Rb. Amsterdam, 10-10-2022, nr. 9288109 CV EXPL 21-8878
ECLI:NL:RBAMS:2022:6001
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
10-10-2022
- Zaaknummer
9288109 CV EXPL 21-8878
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2022:6001, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 10‑10‑2022; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Tussenuitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2022:263
ECLI:NL:RBAMS:2022:263, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 24‑01‑2022; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Einduitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2022:6001
- Vindplaatsen
INS-Updates.nl 2022-0267
JOR 2023/48 met annotatie van Frommelt, A.S.
Uitspraak 10‑10‑2022
Inhoudsindicatie
Consument onvolledig geïnformeerd over nieuwe leveringsovereenkomst energie, na faillissement leverancier. Consument heeft de nieuwe overeenkomst niet geaccepteerd, zodat de overeenkomst zoals die gold bij failliete leverancier is doorgelopen. Nieuwe leverancier moet daaraan uitvoering geven. Door verstrekking onjuiste informatie is sprake van een oneerlijke handelspraktijk. De consument hoeft niets te betalen.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9288109 CV EXPL 21-8878
vonnis van: 10 oktober 2022
fno.: 515
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
de besloten vennootschap INNOVA ENERGIE B.V.
gevestigd te Delft
eiseres
gemachtigde: B.E.J. Caminada
t e g e n
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Op 24 januari 2022 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis heeft eiseres een akte ingediend.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Beoordeling
Bij voornoemd tussenvonnis, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast geldt en waaraan de kantonrechter zich houdt, is eiseres in de gelegenheid gesteld een nadere toelichting te geven over de overgang van de energieovereenkomst van gedaagde naar eiseres. Voorts is eiseres in de gelegenheid gesteld de kantonrechter te informeren omtrent de naleving van de informatieplichten en de mogelijke sanctie op het niet naleven daarvan.
Eiseres heeft in haar akte gesteld dat, anders dan de in het tussenvonnis genoemde situaties, in dit geval sprake is van een derde situatie. Deze overgang komt neer op een door de ACM geautoriseerde tussenvorm, waarbij de ACM heeft ingestemd met de overdracht van de klantenportefeuille door de curator zonder enige vrijheid van contracteren. Er is geen sprake van een echte aanwijzing conform het Besluit Leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 (hierna: het Besluit), maar van een gedwongen tussenvorm, aldus eiseres. Alleen een switch van alle klanten naar één leverancier is een optie. Alle aansluitingen gaan over op een modelcontract op variabeltarief, ongeacht of de klant dat wil of niet. Een klant kan op zijn beurt vervolgens een switch bewerkstelligen naar een andere leverancier. Het aanbieden van een contract op individueel niveau is ten tijde van de switch eenvoudigweg niet mogelijk. Feitelijk is sprake van een lacune in de wet- en regelgeving. De overnemende leverancier tracht de klant overeenkomstig toepasselijke wet- en regelgeving aan zich te binden door het aanbieden van een overeenkomst tot levering, aldus nog steeds eiseres. Ten slotte berust eiseres in het opleggen van een sanctie vanwege schending van essentiële informatieplichten.
Op grond hiervan moet worden geconcludeerd dat de ACM eiseres niet ingevolge artikel 2 lid 6 onder b en c van het Besluit heeft aangewezen. Bij gebrek aan een andere wettelijke basis en de afwezigheid van een toelichting van de zijde van eiseres op dit punt, kan de leveringsverplichting van Flexenergie niet anders op eiseres zijn overgegaan dan door overname ingevolge artikel 2 lid 5 onder b van het Besluit. Nu eiseres hieromtrent niets heeft gesteld en de stukken ook geen nadere uitleg geven, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de energieovereenkomst die bestond tussen Flexenergie en gedaagde, door eiseres is overgenomen. Deze overeenkomst dient in dat geval door eiseres onder dezelfde voorwaarden die golden bij Flexenergie te worden voortgezet. Het betoog van eiseres dat zij zich heeft gebaseerd op een door de ACM geautoriseerde “tussenvorm” maakt het vorenstaande niet anders. Nog afgezien van het feit dat van een autorisatie voor die “tussenvorm” door de ACM in dit geding niet is gebleken, valt niet in te zien op basis van welke bevoegdheid de ACM een dergelijke autorisatie kan afgeven in de privaatrechtelijke verhouding tussen de energieleverancier en haar klant. De ACM heeft slechts de mogelijkheid om op basis van een aanwijzing de leveringszekerheid te garanderen indien er geen overeenkomst met de curator tot stand komt. Het overnemen van alleen het “klantenbestand”, zonder dat daarbij de energieovereenkomsten worden overgenomen, zoals door eiseres wordt bepleit, is een figuur die in het Besluit niet voor komt.
Eiseres heeft niettemin aan gedaagde bericht dat zij per 1 november 2018 (de overnamedatum) een nieuwe leveringsovereenkomst met eiseres had en zij heeft gedaagde daarbij als bijlage een nieuwe schriftelijke overeenkomst met een variabel tarief toegezonden. Verder heeft eiseres gedaagde vervolgens een nieuw aanbod gedaan tegen vaste tarieven. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen onder rov. 3 is dit onjuiste informatie en is eiseres niet volledig geweest in haar mededelingen, zodat sprake is van een omissie. Dit kwalificeert als een oneerlijke handelspraktijk. Eiseres had de door haar overgenomen klanten van Flexenergie moeten berichten dat zij de overeenkomsten met Flexenergie heeft overgenomen, onder de voorwaarden die golden bij Flexenergie.
Aangezien gedaagde het aanbod van eiseres niet heeft aanvaard, is de overeenkomst die gedaagde oorspronkelijk met Flexenergie heeft gesloten in stand gebleven en moet(en) eiseres (en gedaagde) daaraan uitvoering geven. Nu de vorderingen van eiseres zijn gebaseerd op een niet bestaande overeenkomst, worden deze afgewezen.
Gedaagde is niet is verschenen, zodat de proceskosten aan de zijde van gedaagde worden begroot op nihil.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eiseres in de proceskosten die aan de zijde van gedaagde tot op heden begroot worden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2022 door mr. L. van Berkum, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
Uitspraak 24‑01‑2022
Inhoudsindicatie
De kantonrechter heeft nadere informatie nodig over de overgang van de energieovereenkomst van een consument van het failliete Flexenergie naar Innova Energie in oktober 2018. Niet duidelijk is of de energieovereenkomst van de consument is overgegaan op basis van een overeenkomst tussen Flexenergie en Innova Energie, dan wel dat sprake is geweest van een verdeling op basis van een aanwijzing door de ACM. Nu als gevolg daarvan niet duidelijk is welk contract tussen de consument en Innova Energie geldt, kan de kantonrechter ook niet beoordelen of de precontractuele en contractuele informatieplichten, die een energiemaatschappij moet nakomen bij het sluiten van deze overeenkomst, juist zijn nagekomen. Een dergelijke toetsing moet de kantonrechter in alle zaken met een consument doen, ook als de consument daar niet om vraagt, of niet in de procedure is verschenen. Het niet voldoen aan informatieplichten levert een sanctie op en betekent dat de consument niet het volledige bedrag hoeft te betalen.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9288109 CV EXPL 21-8878
vonnis van: 24 januari 2022
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
de besloten vennootschap INNOVA ENERGIE B.V.
gevestigd te Delft
eiseres
gemachtigde: B.E.J. Caminada
t e g e n
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
niet verschenen
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij exploot van dagvaarding van 15 juni 2021 heeft eiseres gevorderd dat gedaagde zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 194,37 met nevenvordering(en), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.
Gedaagde heeft geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord.
Tegen gedaagde is verstek verleend.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Eiseres stelt dat de overeenkomst tussen haar en gedaagde tot stand is gekomen na het faillissement van Flexenergie d.d. 23 oktober 2018. Eiseres is door de ACM aangewezen als nieuwe energieleverancier om te voorkomen dat de gedaagde geen gebruik zou kunnen maken van gas en/of energie.
Eiseres heeft gedaagde op 1 november 2018 meegedeeld dat zij vanaf 1 november 2018 de nieuwe energie- en/of gasleverancier is. Bij deze mededeling heeft gedaagde per e-mail van eiseres een variabele leveringsovereenkomst ontvangen met daarin alle voorwaarden, tarieven, de startdatum van de levering en het maandelijks termijnbedrag.
Eiseres heeft aan gedaagde een wijzigingsvoorstel gedaan om op basis van een vaste leveringsovereenkomst energie aan gedaagde te leveren.
Beoordeling
De kantonrechter overweegt als volgt.
Gedaagde heeft met Flexenergie B.V., hierna Flexenergie, een overeenkomst gesloten voor de levering van gas en energie. Wanneer deze overeenkomst is gesloten en op welke wijze dat heeft plaatsgevonden is gesteld noch gebleken en evenmin is duidelijk geworden of daarbij de informatieverplichtingen door Flexenergie in acht zijn genomen.
Bij nieuwsbericht van 15 oktober 2018 heeft de Autoriteit Consument en Markt, hierna ACM, laten weten dat de vergunning van Energieflex, waarvan de kantonrechter aanneemt dat hier Flexenergie wordt bedoeld, is ingetrokken.
Op 26 oktober 2018 is door ACM bericht dat de curator van EnergieFlex een nieuwe leverancier heeft gevonden die de klanten van Energieflex overneemt, te weten eiseres.
Bij e-mail van 31 oktober 2018 heeft eiseres aan gedaagde bericht dat zij vanaf 1 november 2018 de nieuwe leverancier wordt. In een bijlage bij de e-mail is de nieuwe leveringsovereenkomst gevoegd. Tevens is in de e-mail meegedeeld dat om de levering te garanderen gestart wordt met een variabel contract en wordt melding gemaakt van een aanbod voor een vast energiecontract dat gedaagde op 1 november 2018 zal ontvangen. Ten slotte wordt in de e-mail verwezen naar de voorwaarden en wordt het termijnbedrag van€ 69,91 per termijn vermeld.
Op 1 november 2018 heeft eiseres aan gedaagde een aanbod gedaan voor een nieuwe overeenkomst. Gedaagde is niet op dit aanbod ingegaan.
Gedaagde heeft volgens eiseres de variabele leveringsovereenkomst met eiseres opgezegd.
Bij facturen van 1 september 2019, 1 oktober 2019 en 1 november 2019 heeft eiseres aan gedaagde respectievelijk € 71,00, € 71,00 en € 7,26 in rekening gebracht. Gedaagde heeft ondanks aanmaningen deze facturen onbetaald gelaten.
Gedaagde is een consument. In dat geval moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen de handelaar en de consument gesloten overeenkomst staan oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG (richtlijn oneerlijke bedingen). De kantonrechter moet ook ambtshalve onderzoeken of de handelaar de op haar rustende informatieplichten heeft nageleefd, nu sprake is van een op afstand gesloten overeenkomst buiten de verkoopruimte en of sprake is van oneerlijke handelspraktijken.
Daarvoor dient allereerst te worden beoordeeld welke overeenkomst tussen partijen geldt.
Op grond van het besluit van 12 juli 2018, in werking getreden op 1 oktober 2018, tot wijziging van het besluit leveringszekerheid gas en elektriciteit kleinverbruikers, hierna het Besluit, zijn er twee mogelijkheden in geval van faillissement als hier aan de orde.
De overnemende energiemaatschappij neemt ofwel op basis van een overeenkomst met de failliet de klanten over, overeenkomstig artikel 5 van het Besluit, dan wel de overnemende energiemaatschappij neemt de klant, na verdeling, over op basis van een aanwijzing van de ACM op basis van artikel 6 van het Besluit.
In het geval eiseres de overeenkomst met gedaagde van Flexenergie heeft overgenomen op basis van een overeenkomst gaan de klant en zijn met failliet gesloten overeenkomst mee over op de nieuwe leverancier en dat betekent dat de informatieplichten getoetst moeten worden bij de totstandkoming van de overeenkomst met Flexenergie.
Is sprake geweest van een verdeling op basis van een aanwijzing van de netbeheerder dan is van rechtswege een overeenkomst tot stand gekomen gebaseerd op artikel 6 van het Besluit en dienen de informatieplichten van deze (nieuwe) overeenkomst getoetst te worden.
Op basis van de thans beschikbare informatie is niet duidelijk op welke wijze de overeenkomst van gedaagde op eiseres is overgegaan. Eiseres stelt in de dagvaarding weliswaar dat zij door de ACM is aangewezen, maar in de zich bij de stukken bevindendee-mail van ACM wordt niet gesproken over een aanwijzing, maar wordt vermeld dat de curator van EnergieFlex een nieuwe energieleverancier heeft gevonden die de klanten van EnergieFlex overneemt. Bovendien vermeld ACM op 23 oktober 2018 dat vanaf 29 oktober 2018 partijen, als dat nodig is, voorbereidingen kunnen treffen voor het verdelen van de klanten, terwijl eiseres al op 26 oktober 2018 als leverancier is gemeld bij gedaagde, hetgeen er niet op duidt dat in dit geval sprake is van een aanwijzing op grond van artikel 6 van het Besluit. Ook in het bericht van de curator van FlexEnergie wordt melding gemaakt van overeenstemming tussen curator en eiseres.
Aldus wordt vermoed dat geen sprake is geweest van een aanwijzing als bedoeld in lid 6 van het Besluit. Eiseres wordt in de gelegenheid gesteld dit vermoeden te weerleggen aan de hand van een besluit van de netbeheerder van zowel het gas- als elektriciteitsnetwerk waarin wordt vermeld dat sprake is geweest van een verdeling als bedoeld in artikel 6 van het Besluit. De zaak zal hiertoe naar de rol worden verwezen over vier weken.
Voorts wordt eiseres verzocht zich uit te laten over het volgende.
De Hoge Raad heeft op 12 november 2021 een uitspraak gedaan die voor deze zaak van belang is (ECLI:NL:HR:2021:1677). Kort samengevat heeft de Hoge Raad overwogen dat (1) de rechter in zaken met consumenten ambtshalve moet onderzoeken of aan bepaalde informatieverplichtingen is voldaan indien sprake is van een overeenkomst gesloten op afstand en overeenkomsten buiten de verkoopkoopruimte en (2) dat als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting de rechter een sanctie moet toepassen.
Nu niet duidelijk is welke overeenkomst tussen partijen geldt kan nog niet worden beoordeeld of en welke informatieverplichtingen (niet) zijn nageleefd. Nu echter niet uit te sluiten is dat eiseres, dan wel Flexenergie niet heeft voldaan aan de hiervoor genoemde (essentiële) informatieplichten, waarvan ambtshalve onderzocht moet worden of deze zijn nageleefd, kan niet worden uitgesloten dat een sanctie moet worden opgelegd. De kantonrechter is in dat geval voornemens om de betalingsverplichting van gedaagde gedeeltelijk te vernietigen conform de landelijk gepubliceerde richtlijn sanctiemodel schending essentiële informatieverplichtingen.
Voordat een dergelijke sanctie wordt opgelegd, mag eiseres eerst nog reageren op dit voornemen. De zaak zal ook hiervoor worden verwezen naar de rol over vier weken.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
BESLISSING
De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rol van maandag 21 februari 2022 te 10.00 uur voor akte uitlating aan de zijde van eiseres;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2022 door mr. L. van Berkum, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.