Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds
Artikel 62 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 160 (uitgifte: 21-08-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-08-2017, Trb. 2017, 147 (uitgifte: 25-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- 1.
‘sanitaire en fytosanitaire maatregelen’: maatregelen als omschreven in punt 1 van bijlage A bij de SPS-overeenkomst, die binnen het toepassingsgebied van dit hoofdstuk vallen;
- 2.
‘dieren’: op het land en in het water levende dieren zoals omschreven in de Terrestrial Animal Health Code (Gezondheidscode voor landdieren) respectievelijk the Aquatic Animal Health Code (Gezondheidscode voor waterdieren) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid , hierna ‘OIE’ genoemd;
- 3.
‘dierlijke producten’: producten van dierlijke oorsprong, met inbegrip van producten van waterdieren, zoals omschreven in de Gezondheidscode voor landdieren en de Gezondheidscode voor waterdieren van het OIE;
- 4.
‘niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten’: dierlijke producten als vermeld in bijlage IV-A, deel 2 (II) bij deze overeenkomst;
- 5.
‘planten’: levende planten en gespecificeerde levende delen daarvan, met inbegrip van zaden;
- a.
fruit, in botanische zin, ander dan diepgevroren;
- b.
groente, andere dan diepgevroren;
- c.
bollen, knollen en wortelstokken;
- d.
snijbloemen;
- e.
takken met loof;
- f.
gekapte bomen met loof;
- g.
plantenweefselculturen;
- h.
bladeren, loof;
- i.
levende pollen, en
- j.
enten, stekken, knoppen;
- 6.
‘plantaardige producten’: producten van plantaardige oorsprong die niet zijn verwerkt of die een eenvoudige behandeling hebben ondergaan, voor zover het geen planten betreft die in bijlage IV-A, deel 3, bij deze overeenkomst zijn vermeld;
- 7.
‘zaden’: zaden in botanische zin, bestemd voor opplant;
- 8.
‘plagen (schadelijke organismen)’: alle soorten, stammen of biotypes van planten, dieren of ziekteverwekkers die schadelijk zijn voor planten of plantaardige producten;
- 9.
‘beschermde gebieden’ in het geval van de EU-partij: gebieden in de zin van artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen, of regeling ter opvolging daarvan, hierna ‘Richtlijn 2000/29/EG’ genoemd;
- 10.
‘dierziekte’: een klinisch of pathologisch besmettingsverschijnsel bij dieren;
- 11.
‘ziekte bij aquacultuur’: klinische of niet-klinische besmetting met een of meer ziekteverwekkers van de ziekten die waterdieren treffen en die in de Gezondheidscode voor waterdieren van het OIE worden genoemd;
- 12.
‘besmetting bij dieren’: de situatie waarbij dieren drager zijn van een besmettelijk agens, ongeacht of zij klinische of pathologische besmettingsverschijnselen vertonen;
- 13.
‘normen op het gebied van dierenwelzijn’: normen voor de bescherming van dieren zoals deze door de partijen zijn opgesteld en worden toegepast en in voorkomend geval overeenstemmen met de normen van het OIE en die binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst vallen;
- 14.
‘adequaat niveau van sanitaire en fytosanitaire bescherming’: het adequate niveau van sanitaire en fytosanitaire bescherming zoals omschreven in punt 5 van bijlage A bij de SPS-overeenkomst;
- 15.
‘regio’: voor wat diergezondheid betreft, gebieden of regio's als omschreven in de Gezondheidscode voor landdieren van het OIE, en voor aquacultuur als omschreven in de Gezondheidscode voor waterdieren van het OIE, waarbij ervan wordt uitgegaan dat waar het het grondgebied van de EU-partij betreft, rekening wordt gehouden met de specificiteit ervan en de EU-partij als entiteit wordt erkend;
- 16.
‘plagenvrij gebied’: gebied waarin een specifieke plaag blijkens wetenschappelijk bewijs niet voorkomt en waarin, voor zover passend, deze hoedanigheid officieel in stand wordt gehouden;
- 17.
‘regionalisatie’: het begrip regionalisatie als omschreven in artikel 6 van de SPS-overeenkomst;
- 18.
‘zending’: een hoeveelheid dierlijke producten van hetzelfde type, waarvoor één certificaat of document is afgegeven, die met hetzelfde transportmiddel wordt vervoerd, die is verzonden door één afzender en die van oorsprong is uit hetzelfde land van uitvoer of deel daarvan. Een zending kan uit een of meer partijen bestaan;
- 19.
‘zending van planten of plantaardige producten’: een hoeveelheid planten, plantaardige producten en/of andere artikelen die van het ene land naar het andere worden verplaatst, en waarvoor, indien nodig, één fytosanitair certificaat is afgegeven (een zending kan uit een of meer handelsartikelen of partijen bestaan);
- 20.
‘partij’: een aantal eenheden van een handelsartikel, dat herkenbaar is door de homogeniteit van de samenstelling en oorsprong ervan, en dat deel uitmaakt van een zending;
- 21.
‘gelijkwaardigheid in het kader van het handelsverkeer’, hierna ‘gelijkwaardigheid’ genoemd: de situatie waarin de partij van invoer de sanitaire en fytosanitaire maatregelen van de partij van uitvoer als gelijkwaardig aanvaardt, ongeacht of zij verschillen van de eigen maatregelen van de partij van invoer, indien de partij van uitvoer jegens de partij van invoer op objectieve wijze aantoont dat haar maatregelen het adequate sanitaire of fytosanitaire beschermingsniveau van de partij van invoer bereiken;
- 22.
‘sector’: de productie- en handelsstructuur voor een product of productcategorie in een van de partijen;
- 23.
‘subsector’: een welomschreven en gecontroleerd deel van een sector;
- 24.
‘handelsartikelen’: dieren en planten, of categorieën daarvan, of specifieke producten en andere materialen die worden verplaatst voor handels- of andere doeleinden, met inbegrip van die bedoeld in de leden 2 tot en met 7 van dit artikel;
- 25.
‘specifieke invoervergunning’: een door de bevoegde autoriteiten van de partij van invoer aan een individuele importeur van tevoren verstrekte officiële vergunning voor de invoer van één enkele zending of verschillende zendingen van een handelsartikel uit de partij van uitvoer, dat binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst valt;
- 26.
‘werkdagen’: weekdagen behalve zondag, zaterdag en feestdagen in een van de partijen;
- 27.
‘inspectie’: het onderzoeken van elk aspect van diervoeders, levensmiddelen, diergezondheid en dierenwelzijn, teneinde na te gaan of deze aspecten voldoen aan de voorschriften van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn;
- 28.
‘fytosanitaire controle’: officieel onderzoek met het blote oog van planten, plantaardige producten of andere materialen waarvoor voorschriften bestaan, om te bepalen of er sprake is van ziekten en/of te bepalen of er al dan niet aan de fytosanitaire voorschriften is voldaan;
- 29.
‘verificatie’: toetsen, via onderzoek en inaanmerkingneming van objectief bewijsmateriaal, of aan specifieke vereisten is voldaan.