Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/1025
1. Feit van algemene bekendheid. 2. Kennelijk leugenachtige verklaring verdachte.
HR 03-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9968
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juli 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, W.F. Groos, J. Wortel, N. Jörg
- Zaaknummer
10/05374
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BW9968
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW9968, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW9968, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2011
- Wetingang
Sv art. 339 lid 1 onder 2, 339 lid 2, 341
Essentie
1. Het is een feit van algemene bekendheid dat een autoruit niet met een zacht voorwerp kan worden ingeslagen of verbroken. 2. Voor zover het hof zijn oordeel dat de tot het bewijs gebezigde verklaring van de verdachte dat "de gestolen spullen die in de blokhut zijn aangetroffen (...) van een vriend [waren]", kennelijke leugenachtig is, heeft gegrond op de verklaring van de medeverdachte omtrent de herkomst van de tassen, geldt dat deze verklaring geen steun vindt in ander bewijsmateriaal. Derhalve is niet zonder meer begrijpelijk dat die verklaring voldoende grondslag biedt voor het oordeel over de kennelijk leugenachtigheid. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.