Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2023/2225 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2008/48/EG
Artikel 32 Gedragsregels bij het verlenen van krediet aan consumenten
Geldend
Geldend vanaf 19-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2225 (uitgifte: 30-10-2023, regelingnummer: 2023/2225)
- Inwerkingtreding
19-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2225 (uitgifte: 30-10-2023, regelingnummer: 2023/2225)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Informatierecht / ICT
1.
De lidstaten schrijven voor dat de kredietgever en de kredietbemiddelaar op eerlijke, faire, transparante en professionele wijze handelen en de rechten en belangen van de consumenten in acht nemen bij het verrichten van een van de volgende activiteiten:
- a)
ontwikkeling van kredietproducten;
- b)
reclame maken voor kredietproducten overeenkomstig de artikelen 7 en 8;
- c)
kredietverlening, kredietbemiddeling of facilitering van kredietverlening;
- d)
verlening van adviesdiensten;
- e)
verlening van nevendiensten aan consumenten;
- f)
uitvoering van een kredietovereenkomst.
De in de punten c) en d), van de eerste alinea bedoelde activiteiten zijn gebaseerd op informatie over de omstandigheden waarin de consument zich bevindt en elke specifieke eis die de consument heeft meegedeeld, en op redelijke veronderstellingen aangaande de risico's gerelateerd aan de situatie van de consument tijdens de duur van de kredietovereenkomst.
De in punt d), van de eerste alinea genoemde activiteiten zijn ook gebaseerd op de krachtens artikel 16, lid 3, punt a), vereiste informatie.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de manier waarop de kredietgevers hun personeelsleden en kredietbemiddelaars belonen en de manier waarop kredietbemiddelaars hun personeelsleden belonen, de in lid 1 bedoelde verplichting niet in de weg staan.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat de kredietgevers, wanneer zij het beloningsbeleid voor het voor de beoordeling van kredietwaardigheid verantwoordelijke personeel vaststellen en toepassen, de volgende beginselen naleven op een wijze en in een mate die past bij hun omvang, hun interne organisatie en de aard, de reikwijdte en de complexiteit van hun activiteiten:
- a)
het beloningsbeleid is in overeenstemming met en draagt bij tot een degelijke en effectieve risicobeheersing en zet niet aan tot het nemen van meer risico's dan voor de kredietgever aanvaardbaar is;
- b)
het beloningsbeleid is in overeenstemming met de bedrijfsstrategie, de doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de kredietgever, en omvat maatregelen ter voorkoming van belangenconflicten, door met name te bepalen dat de beloning niet afhankelijk is van het aantal of het percentage aanvaarde kredietaanvragen.
4.
De lidstaten zorgen ervoor dat, indien kredietgevers of kredietbemiddelaars adviesdiensten verstrekken, de beloningsstructuur niet zodanig is dat ze afdoet aan het vermogen van de betrokken personeelsleden om in het belang van de consument te handelen, en niet afhangt van het behalen van verkoopdoelen. Hiertoe kunnen de lidstaten ook het betalen van commissielonen door de kredietgever aan de kredietbemiddelaar verbieden.
5.
De lidstaten kunnen betalingen door een consument aan een kredietgever of aan een kredietbemiddelaar die vóór het sluiten van de kredietovereenkomst worden verricht, verbieden of aan beperkingen onderwerpen.