NJB 2009, 880
HR, 07-04-2009, nr. S 07/12917
HR 07-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2787
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2009
- Magistraten
Mrs. Koster, Thomassen en Loth
- Zaaknummer
S 07/12917
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BH2787
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH2787, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH2787, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2009
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot twintig maanden gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk wegens (1) deelneming aan een organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven (2–13) Medeplegen van opzetheling (14B) medeplegen van opzetheling, meermalen gepleegd en (15) in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vordert, mondeling, persoonlijk opzettelijk een valse verklaring onder ede afleggen.
De steller van het eerste middel richt zich daarin tegen de bewijsvoering in het onder (15) vermelde feit met de klacht dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kan volgen dat verdachte op 5 oktober 2005 te Arnhem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.