Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 335
HR, 17-02-2009, nr. 07/11371
HR 17-02-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG1653
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 februari 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
07/11371
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BG1653
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG1653, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑02‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG1653, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2009
- Wetingang
Sr art. 157
Essentie
Van levensgevaar cfm art. 157 Sr is niet reeds sprake indien brand is gesticht in een woning. Voor het bewijs van levensgevaar voor in het bijzonder de bewoners is vereist dat dit gevaar inderdaad te duchten was, d.w.z. naar algemene ervaringsregels voorzienbaar ten tijde van de brandstichting. Daarvan zal in de regel geen sprake zijn indien de bewoners zich op dat moment niet in de woning bevonden.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 december 2006, nummer 23/005642-05, in de strafzaak tegen J. van B. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.