Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 353
HR, 17-02-2009, nr. 01650/07
HR 17-02-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG5964
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 februari 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01650/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BG5964
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG5964, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑02‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG5964, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2009
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 december 2006, nummer 23/001629-04, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. A.J.M. Bommer, te Rotterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.J.M. Bommer, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.