Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 34
HR, 02-12-2008, nr. 02007/07
HR 02-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BF5060
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 december 2008
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02007/07
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BF5060
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BF5060, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BF5060, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2008
Essentie
Bewijsoverweging onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 september 2006, nummer 23/005371-05, in de strafzaak tegen [Verdachte] alias [naam A] alias [naam B]. Adv. mr. A.M. Moszkowicz, te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.M. Moszkowicz, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.