Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 292
HR, 26-02-2008, nr. 07/12919 H
HR 26-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5116
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 februari 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
07/12919 H
- LJN
BC5116
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5116, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑02‑2008
Essentie
Verzoek herziening. Onvoldoende aannemelijk waarom getuige verklaring intrekt. Geen novum.
Partij(en)
Arrest op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Breda van 4 juni 2007, nummer 02/625239-07, ingediend door mr. M.A. Buntsma, advocaat te Breda, namens: [Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984, wonende te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter heeft de aanvrager ter zake van ‘poging tot zware mishandeling’ veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van tachtig uren, subsidiair veertig dagen hechtenis.