Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 288
HR, 29-02-2008, nr. C06/291HR
HR 29-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC1249
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 februari 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/291HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BC1249
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC1249, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC1249, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑02‑2008
Essentie
Is tussen partijen huurovereenkomst m.b.t. bedrijfspand totstandgekomen en, zo neen, is sprake van ongeoorloofde afbreken onderhandelingen? Bewijswaardering. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. B.D.W. Martens,
tegen
[Verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. mr. D. Stoutjesdijk.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 27 mei 2002 [verweerder] gedagvaard voor de rechtbank 's‑Gravenhage, sector kanton, lokatie Delft en gevorderd, kort gezegd, de tussen partijen bestaande huurovereenkomst van 20 juni 2001 te ontbinden en [verweerder] te veroordelen om aan [eiser] te betalen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.