NJB 2008, 622
HR, 19-02-2008, nr. 00388/07 P
HR 19-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2319
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2008
- Magistraten
Mrs. Davids, Balkema en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00388/07 P
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC2319
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2319, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑06‑2007
- Wetingang
Srart. 36e; Svart. 511b; EVRM art. 6 lid 2
Essentie
Ontnemingszaak (€ 56 120).
Het middel bevat de klacht dat het hof ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd aan de betrokkene een betalingsverplichting heeft opgelegd ter ontneming van voordeel dat wederrechtelijk verkregen is door strafbare feiten die door het hof soortgelijk zijn geacht aan de bewezenverklaarde feiten.
De mogelijkheid tot ontneming van voordeel, voortkomend uit soortgelijke feiten, wordt geschapen door art. 36e lid 2 Sr.
In de toelichting op het middel wordt met een beroep op EHRM 5 maart 2007, NJ 2007, 349 (Geerings/ Nederland) aangevoerd dat deze beslissing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.