NJB 2008, 397
HR, 22-01-2008, nr. 02217/06
HR 22-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1355
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2008
- Magistraten
Mrs. Corstens, Van Schendel en Thomassen
- Zaaknummer
02217/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BC1355
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1355, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1355, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑11‑2006
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad overweegt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat dit, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering behoeft nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.
Daarom moet het beroep worden verworpen maar de Hoge Raad voegt daaraan toe ‘dat de rechter niet gehouden is het bedrag van de betalingsverplichting als bedoeld in art. 36f Sr op hetzelfde bedrag te stellen als het bedrag waarvoor hij de daarmee verband houdende vordering van de benadeelde partij heeft toegewezen’.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.