HR, 02-10-2007, nr. 02077/06

Documentgegevens:

HR 02-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7911, m.nt. D.H. de Jong

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 2 oktober 2007
Magistraten: Mrs. G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu
Zaaknummer: 02077/06
Conclusie: A-G Vellinga
Noot: D.H. de Jong
LJN: BA7911
JCDI: JCDI:ADS111629:1
Vakgebied(en): Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Strafprocesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2007:BA7911, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA7911, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2006
Wetingang: Opiumwet art. 2 onder A, 8j; AWBart. 5:11, 5:18

Essentie

1. Tas van reiziger uit Curaçao onderzocht in het kader van een zogenaamde 100%-controle controle op Schiphol. Daarbij is de cocaïne aangetroffen. Het oordeel van het Hof dat art. 8j Opiumwet jo. art. 5:11 en 5:18 Awb een toereikende wettelijke grondslag biedt voor de in het kader van de onderhavige 100%-controle door de douaneambtenaren uitgeoefende bevoegdheid de tas van de verdachte te onderzoeken, is juist. Voor de toepassing van de in art. 8j Opiumwet bedoelde controlebevoegdheid is niet vereist dat sprake is van een verdenking ter zake van enig strafbaar feit. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.