RvdW 2007, 779
HR, 11-09-2007, nr. 01838/06
HR 11-09-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA6340
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 september 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01838/06
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BA6340
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA6340, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑09‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA6340, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2006
- Wetingang
Essentie
Onvoldoende nauwkeurige aanduiding van bewijsmiddelen waaraan feiten in nadere overweging zijn ontleend.
Het hof heeft verzuimd in zijn nadere overwegingen (m.b.t. het ontuchtige karakter van het masseren van de slachtoffers) met voldoende mate van nauwkeurigheid de bewijsmiddelen aan te geven waaraan het heeft ontleend dat nog een andere jongen daarbij aanwezig was en dat verdachte de slachtoffers heeft overgehaald hem en de andere jongen te masseren (vgl HR NJ 2004, 165).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 10 april 2006, nummer 11/015385-04, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.