NJ 2007, 490
HR, 04-09-2007, nr. 00465/06
HR 04-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA4914
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 september 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00465/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BA4914
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA4914, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA4914, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2006
Essentie
Vervolg NJ 2007, 246. Verjaring kan slechts leiden tot het verval van het recht tot strafvordering wanneer dat recht nog bestaat en dus teloor kan gaan. Dit brengt mee dat de in art. 70-73 Sr vervatte verjaringsregels geen toepassing vinden wanneer een verdachte niet verschoonbaar te laat een gewoon rechtsmiddel heeft ingesteld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 11 oktober 2005, nummer 22/001996-04, in de strafzaak tegen R. de H. Adv. r. A.H. Westendorp, te 's‑Gravenhage.