NJ 2007, 246
Verjaring recht tot strafvordering en te laat ingesteld rechtsmiddel.
HR 16-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ3286, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.M.E. Thomassenu
- Zaaknummer
00465/06
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AZ3286
- JCDI
JCDI:ADS145493:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3286, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ3286, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2006
- Wetingang
Essentie
Verjaring kan slechts dan leiden tot het verval van het recht tot strafvordering indien dat recht (nog) bestaat en dus teloor kan gaan. Dit brengt mee dat de in de art. 70–73 Sr vervatte verjaringsregels geen toepassing vinden indien de verdachte een gewoon rechtsmiddel heeft ingesteld maar dit niet heeft gedaan binnen de wettelijke termijn en die termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar is. In zo een geval wordt de uitspraak onherroepelijk na het verstrijken van die termijn en bestaat er ten aanzien van het berechte feit vanaf dan geen recht tot strafvordering meer dat door verjaring zou kunnen vervallen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.