Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 593
Aanvang redelijke termijn. Medeplegen voorhanden hebben vuurwapen.
HR 05-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA1760
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juni 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
02817/06A
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BA1760
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA1760, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA1760, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑12‑2006
- Wetingang
Essentie
1. Art. 6 EVRM dwingt niet tot de opvatting dat het eerste verhoor van verdachte door de politie als aanvang van de redelijke termijn heeft te gelden. De inverzekeringstelling en de betekening van de inleidende dagvaarding moeten wel als zodanig worden beschouwd.
2. Gelet op de bewezenverklaarde feiten (medeplegen van doodslag, van poging tot doodslag en van het voorhanden hebben van een vuurwapen) en de bewijsmiddelen heeft het hof bij feit 3 kennelijk het oog gehad op het vuurwapen waarmee is geschoten. Nu feit 1 en 2 uit de bewijsmiddelen kunnen worden afgeleid, brengt dat onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.