Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 599
Vaststelling hoogte aan de Staat te betalen bedrag onvoldoende gemotiveerd nu verdachte heeft aangevoerd dat hij een groot deel van het bij hem inbeslaggenomen geld had geleend.
HR 05-06-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA2269
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juni 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02506/06P
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA2269
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA2269, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA2269, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑06‑2007
Essentie
Vaststelling hoogte aan de Staat te betalen bedrag onvoldoende gemotiveerd nu verdachte heeft aangevoerd dat hij een groot deel van het bij hem inbeslaggenomen geld had geleend.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 5 september 2005, nummer 21/001019–04, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Rechtbank te Zutphen van 6 februari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.