Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1112
Onpartijdigheid van de rechter. Verklaring bedreigde getuige. Art. 63 Sr en levenslange gevangenisstraf.
HR 21-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7757
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 november 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, raadsheren J.P. Balkema, A.J.A van Dorst, B.C. Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00005/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AY7757
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY7757, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY7757, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2006
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; Sv art. 360; Sr art. 59; Sr art. 63
Essentie
1. Onpartijdig gerecht in de zin van art. 6 lid 1 EVRM? Verdediging verzoekt om opheffing voorlopige hechtenis op de grond dat vanwege ernstige schending van beginselen van een behoorlijke procesorde ernstig rekening gehouden zou moeten worden met de mogelijkheid dat het OM niet-ontvankelijk zou worden verklaard in de vervolging. Het oordeel van het Hof omtrent de ontvankelijkheid van het OM kan bezwaarlijk anders worden volstaan dan als een voorlopige oordeel omtrent die ontvankelijkheid.
2. Het Hof heeft de betrouwbaarheid van de verklaring van de bedreigde getuige onderzocht door haar te vergelijken met de verklaringen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.