Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1110
Geschil over bestaan overeenkomst van geldlening. Bewijslastverdeling. Bewijswaardering. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 24-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0420
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 november 2006
- Magistraten
Mrs. H.A.M. Aaftink, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/175HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AZ0420
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ0420, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ0420, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑11‑2006
Essentie
Geschil over bestaan overeenkomst van geldlening. Bewijslastverdeling. Bewijswaardering. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], eiser tot cassatie, adv. mr. M.A. Koot,
tegen
- 1.
[Verweerder 1], verweerder in cassatie, adv. mr. M. Kloppenburg,
- 2.
[Verweerster 2], verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie — verder te noemen: [eiser] — heeft bij exploot van 2 oktober 2000 verweerder in cassatie sub 1 — verder te noemen: [verweerder 1] — gedagvaard voor de rechtbank te Haarlem en, kort gezegd, gevorderd [verweerder 1] te veroordelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.