NJ 2007, 221
Ontoereikende motivering opleggen ISD-maatregel; voorwaarde tenuitvoergelegde eerdere veroordelingen.
HR 14-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8975, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 november 2006
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03064/05
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AY8975
- JCDI
JCDI:ADS116988:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY8975, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY8975, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2006
- Wetingang
Sr art. 38m
Essentie
Voor oplegging van de maatregel ISD is vereist dat de verdachte in een periode van vijf jaren voorafgaande aan het feit waarvoor die maatregel wordt opgelegd, ten minste drie maal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, een vrijheidsbeperkende maatregel of een taakstraf is veroordeeld, en dat het feit is begaan nadat in ieder geval die drie veroordelingen geheel ten uitvoer zijn gelegd. Indien aan deze voorwaarde is voldaan, staat aan oplegging van de maatregel niet in de weg dat ten tijde van de berechting sprake was van een nog openstaande straf voor andere feiten. Nu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.