RvdW 2006, 1072
Bij schadevergoedingsmaatregel terecht uitgegaan van hoofdelijke aansprakelijkheid.
HR 07-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8339
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 november 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02740/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AY8339
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY8339, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY8339, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑01‑2006
- Wetingang
Essentie
Het hof is bij de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel terecht uitgegaan van hoofdelijke aansprakelijkheid en kon de betalingsverplichting bepalen op het toewijsbare gedeelte van de schade (vgl. HR 3 december 2002, NJ 2003, 608). Dit is anders bij de toepassing van art. 36e Sr, waarbij aan de verdachte niet meer voordeel kan worden ontnomen dan hij zelf daadwerkelijk wederrechtelijk heeft verkregen.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 juni 2005, nummer 23/005740–04, in de strafzaak tegen M.J.K. Adv. mr. J. Groen te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.