Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 667
Aangifte door Gedeputeerde Staten.
HR 20-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW3583
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 juni 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01803/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AW3583
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW3583, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW3583, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑06‑2006
Essentie
Aangifte door Gedeputeerde Staten.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 25 maart 2005, nummer 21/006105–03, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. W.J.E. Hendriks, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen.
1.2
De Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.