Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 665
Meer en Vaart verweer ten aanzien van het voorhanden hebben van een vuurwapen.
HR 13-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW3634
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juni 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02127/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AW3634
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW3634, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW3634, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑06‑2006
Essentie
Meer en Vaart verweer ten aanzien van het voorhanden hebben van een vuurwapen.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 1 april 2005, nummer 22/002834–04, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Kantelberg' te 's-Gravenhage.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 26 mei 2004 — voorzover aan 's Hofs oordeel onderworpen — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.