NJ 2005, 578
Last tenuitvoerlegging voorwaardelijke straffen: hof hoefde niet te onderzoeken of die straffen reeds ten uitvoer waren gelegd.
HR 13-09-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7551
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02485/04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AT7551
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT7551, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT7551, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2005
- Wetingang
Sr art. 14g
Essentie
Het hof kon de tenuitvoerlegging van twee eerder opgelegde voorwaardelijke straffen gelasten en daarbij overwegen dat bij de executie van 's hofs arrest rekening kon worden gehouden met de mogelijkheid dat die voorwaardelijke straffen reeds geheel of gedeeltelijk ten uitvoer waren gelegd. Het hof was niet gehouden tot nader onderzoek terzake.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 8 april 2004, nummer 21/003581–02, in de strafzaak tegen H. el H., adv. mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Ficq-Kengen te Amsterdam.