NJ 2005, 165
Door misdrijf verkregen geld.
HR 18-01-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR2425
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 januari 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
02973/03
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AR2425
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AR2425, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑01‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AR2425, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑01‑2005
- Wetingang
Sr art. 416
Essentie
Door misdrijf verkregen geldbedragen werden door een mededader in Engeland ontvangen, bedragen van diezelfde grootte werden door een andere mededader aan de verdachte in Nederland verstrekt, waarna tussen genoemde mededaders verrekening plaatsvond. De aldus door verdachte verworven geldbedragen zijn door misdrijf verkregen ook al was dit geld in fysieke zin niet het geld dat door de mededader in Engeland was ontvangen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 juli 2001, nummer 23/001312–00, in de strafzaak tegen S.A.C., adv. mr. A.E.M. Röttgering te Amsterdam.