NJ 2005, 81
Per fax gedaan verzoek om getuigen te horen. Afwijzing verzoek niet zonder meer begrijpelijk.
HR 02-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ0679
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.L.M. Urlings, G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00106/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AQ0679
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AQ0679, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AQ0679, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2004
- Wetingang
Sv art. 263 lid 2; Sv art. 328; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 sub d
Essentie
1. Een per fax gedaan verzoek om getuigen te horen kan niet gelden als een verzoek ex art. 263 lid 2 (oud) Sv (vgl. HR NJ 2000, 214).
2. 's Hofs afwijzing van het ter zitting herhaalde, door het Hof terecht ex art. 328 Sv opgevatte, verzoek tot het horen van twee getuigen, is, in het licht van art. 6 eerste en derde lid onder d EVRM en de bijzondere omstandigheden van het geval, niet zonder meer begrijpelijk. Het gaat hier om getuigen die volgens de gemotiveerde opgave van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.