NJ 2004, 462
Verontschuldigbare overschrijding van de beroepstermijn?
HR 04-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5706
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 mei 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
02007/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO5706
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO5706, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO5706, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑05‑2004
- Wetingang
Sv art. 408 lid 1; EVRM art. 6 lid 3
Essentie
Onder bijzondere omstandigheden kan sprake zijn van een verontschuldigbare overschrijding van de beroepstermijn. Daarbij kan worden gedacht aan voor het verstrijken van de beroepstermijn verstrekte ambtelijke informatie waardoor bij verdachte de gerechtvaardigde verwachting is gewekt dat de beroepstermijn op een later tijdstip aanvangt dan uit de wettelijke regeling voortvloeit (vgl. HR NJ 1995, 253). Indien aan de raadsvrouw telefonisch door een griffier is meegedeeld dat de politierechter het door haar gedane aanhoudingsverzoek zal inwilligen en dat een nieuwe oproep zal worden verzonden, mag de raadsvrouw aannemen dat deze haar telefonisch medegedeelde beslissingen afkomstig zijn van de politierechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.