NJ 1995, 253:Niet-ontvankelijkverklaring verdachte in hoger beroep ontoereikend gemotiveerd, gelet op binnen beroepstermijn verstrekte ambtelijke informatie

NJ 1995, 253

Niet-ontvankelijkverklaring verdachte in hoger beroep ontoereikend gemotiveerd, gelet op binnen beroepstermijn verstrekte ambtelijke informatie

Documentgegevens:

HR 20-12-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9906

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 20 december 1994
Magistraten: Haak, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Van Dorst
Zaaknummer: 98581
LJN: ZC9906
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1994:ZC9906, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑1994
Wetingang: Sv art. 408 lid 1

Essentie

Niet-ontvankelijkverklaring van verdachte in diens hoger beroep is ontoereikend gemotiveerd, gelet op de binnen de beroepstermijn verstrekte ambtelijke informatie.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 maart 1994 in de strafzaak tegen H.F.S., te Waalre.

Hof:

Volgens artikel 408 van het Wetboek van Strafvordering moet in een geval als het onderhavige het hoger beroep worden ingesteld binnen veertien dagen na de einduitspraak van de eerste rechter. Nu het hoger beroep pas na het verstrijken van die termijn, immers eerst op 9 augustus 1993 is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.