NJ 2002, 421
Opzet tot het ‘in het openbaar’ aanzetten tot haat cfm. art. 137d Sr. Geen immuniteit gemeenteraadslid.
HR 02-04-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8693, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 april 2002
- Magistraten
F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00106/01
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AD8693
- JCDI
JCDI:ADS145470:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Decentralisatie
Staatsrecht / Staatsinrichting
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD8693, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑04‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD8693, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑04‑2002
- Wetingang
Essentie
1. Toereikend bewijs van opzet tot het ‘in het openbaar’ bij geschrift aanzetten tot haat cfm. art. 137d Sr nu verdachte de tekst van zijn redevoering in de gemeenteraad aan een journalist heeft overhandigd. Dat die tekst ook daadwerkelijk ter kennis van het publiek is gekomen heeft het Hof kunnen afleiden uit verdachtes verklaring dat hij blij was met de publiciteit rond zijn redevoering.
2. Geen immuniteit voor het aan journalist buiten de raadsvergadering overhandigen van een in de raadsvergadering gehouden redevoering.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.