NJ 2002, 340
Een gemachtigd raadsman kan een aanbod tot dienstverlening doen. De verklaringen van een gemachtigd raadsman zijn geen wettige bewijsmiddelen.
HR 08-01-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5594, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 januari 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, E.J. Numann
- Zaaknummer
00706/01
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AD5594
- JCDI
JCDI:ADS65382:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Insolventierecht / Faillissement
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD5594, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD5594, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑01‑2002
- Wetingang
Essentie
1. Een gemachtigd raadsman kan namens de verdachte een aanbod tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte doen. De afwijzing daarvan moet ingevolge art. 359 lid 8 (oud) worden gemotiveerd.
2. De gemachtigd raadsman treedt niet op als vertegenwoordiger van de verdachte, zodat zijn verklaringen niet kunnen gelden als verklaringen van de verdachte en dus geen wettige bewijsmiddelen zijn.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 15 december 2000, nummer 21/002287–99, in de strafzaak tegen F.G., adv. mr. P.A. van der Vliet te Heerenveen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.