NJ 2001, 575:Opvatting dat ontneming van voordeel op de voet van art. 36e, tweede en derde lid, Sr, ter zake van feiten waarvoor de betrokkene niet is veroordeeld is niet in strijd is met de in art. 6, tweede lid, EVRM beslotenliggende onschuldpresumptie. Toetsing ontnemingsvordering aan vervolgingsrichtlijn soft-drugs. Materieel Strafrecht