NJ 1999, 483
‘Soortgelijke feiten’ in 36e Sr: 338–344a Sv niet van toepassing / ontneming voordeel uit feiten waarvan is vrijgesproken
HR 13-04-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1173
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 april 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
108441P
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD1173
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1173, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑04‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1173, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑1999
- Wetingang
Essentie
De bewijsvoorschriften van de art. 338–344a Sv zijn niet van toepassing op de ‘soortgelijke feiten’ in art. 36e lid 2 Sr. Partiële vrijspraak (van verkopen van hashish en hennep, met bewezenverklaring van het overige) staat niet in de weg aan ontneming van voordeel uit die feiten.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 mei 1997 op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van O.S.J.P., te Amsterdam, adv. mr. F.W. Huizinga te Haarlem.
Hof:
De hoofdzaak
Blijkens 's hofs arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.