JOL 2001, 325
Cassatie in belang der wet. Hoge Raad blijft bij de in zijn arrest van 14 november 1989, NJ 1990, 274, gegeven oordeel dat de term ‘de zaak’ in art. 591a, eerste en tweede lid, Sv de betekenis heeft van ‘al datgene waarop het rechtsgeding betrekking had’. Strafprocesrecht
HR 08-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1502
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 mei 2001
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
03909/00
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
AB1502
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1502, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑05‑2001
Essentie
Cassatie in belang der wet. Hoge Raad blijft bij de in zijn arrest van 14 november 1989, NJ 1990, 274, gegeven oordeel dat de term ‘de zaak’ in art. 591a, eerste en tweede lid, Sv de betekenis heeft van ‘al datgene waarop het rechtsgeding betrekking had’. Strafprocesrecht
Samenvatting
Uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie in het belang der wet van de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage, nr. 078BIJZ98, van 9 juli 1998, gegeven op een verzoek dat is gebaseerd op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.