NJ 2001, 311
Uitlevering: afwijzende beslissing Minister van justitie vóór onherroepelijke rechterlijke uitspraak: OM niet-ontvankelijk.
HR 13-03-2001, ECLI:NL:HR:2001:ZD2426
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 maart 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
03111/00U
- Conclusie
A-G Keijzer
- LJN
ZD2426
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2426, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2001
ECLI:NL:HR:2001:ZD2426, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑03‑2001
- Wetingang
Essentie
Uitlevering. Nu de Minister van Justitie afwijzend heeft beslist op het uitleveringsverzoek, omdat Italië geen medewerking kan verlenen aan teruglevering voor tenuitvoerlegging van de straf als de exequatur-procedure wordt toegepast, is de grondslag aan de inleidende vordering komen te vervallen: OM alsnog niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Breda van 16 augustus 2000, parketnummer 3101–464/2000, op een verzoek van de Minister van Justitie van Italië tot uitlevering van A. C.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
De Rechtbank heeft de gevraagde uitlevering van C. aan Italië toelaatbaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.