NJ 2001, 257
Ontoereikende verwerping verzoek om contra-expertise.
HR 06-03-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0401
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 maart 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, E.J. Numann
- Zaaknummer
02129/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AB0401
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB0401, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0401, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑03‑2001
- Wetingang
EVRM art. 6; Cadmiumbesl. art. 1 onder a
Essentie
Verzoek om contra-expertise van cadmiumhoudende producten op ontoereikende gronden afgewezen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, van 7 februari 2000, parketnummer(s) 21/000 282–99, in de strafzaak tegen R. International BV, adv. mr. F.B.M. van Aanhold, te Zutphen.
Hof:
Verweer
Het vorenstaande klemt temeer nu P. (de vertegenwoordiger van verzoekster, NJ) in zijn verklaring uit maart 1997 expliciet te kennen heeft gegeven dat hij een contra-analyse wenst te laten uitvoeren. De heer Smit of één van de opsporingsambtenaren had naar aanleiding daarvan P. de monsters ter beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.