JOL 2001, 167
1. Ernstig bedreigde verdachte. Toereikend bewijs van opzettelijk ‘uitlokken’ van art. 303.2 Sr. 2. Inlichingen cfm. art. 47.1.2 Sr. Strafrecht
HR 27-02-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0260
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 februari 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, A.M.M. Orie, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann
- Zaaknummer
00135/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AB0260
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB0260, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0260, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑02‑2001
Essentie
1. Ernstig bedreigde verdachte. Toereikend bewijs van opzettelijk ‘uitlokken’ van art. 303.2 Sr. 2. Inlichingen cfm. art. 47.1.2 Sr. Strafrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 november 1999, parketnummer 10/110036–98, alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen:
(verdachte), te (plaats B).
Hoge Raad:
1. De bestreden einduitspraak
1.1
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 11 februari 1999 — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.