Richtlijn 2009/15/EG inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2009
- Bronpublicatie:
23-04-2009, PbEU 2009, L 131 (uitgifte: 28-05-2009, regelingnummer: 2009/15/EG)
- Inwerkingtreding
17-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2009, PbEU 2009, L 131 (uitgifte: 28-05-2009, regelingnummer: 2009/15/EG)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Waterrecht (V)
1.
Bij de toepassing van artikel 3, lid 2, kunnen de lidstaten in beginsel niet weigeren erkende organisaties te machtigen om bovenvermelde taken uit te voeren, behoudens de bepalingen van lid 2 van dit artikel en de artikelen 5 en 9. Zij mogen echter wel het aantal organisaties dat zij machtigen, beperken overeenkomstig hun behoeften, mits daarvoor duidelijke en objectieve gronden bestaan.
Op verzoek van een lidstaat neemt de Commissie overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure de passende maatregelen om te zorgen voor de correcte toepassing van de eerste alinea van dit artikel betreffende weigering van machtiging en van artikel 8 betreffende die gevallen waar de machtiging is geschorst of ingetrokken.
2.
Een lidstaat kan aan het machtigen van een in een derde staat gevestigde erkende organisatie tot gehele of gedeeltelijke uitvoering van de in artikel 3 vermelde taken de voorwaarde verbinden dat de betrokken derde staat zijnerzijds de in de Gemeenschap gevestigde erkende organisaties op basis van wederkerigheid behandelt.
Bovendien kan de Gemeenschap verlangen dat de derde staat waar een erkende organisatie gevestigd is, de in de Gemeenschap gevestigde erkende organisaties op basis van wederkerigheid behandelt.