Richtlijn 2009/15/EG inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
17-12-2014, PbEU 2014, L 366 (uitgifte: 20-12-2014, regelingnummer: 2014/111/EU)
- Inwerkingtreding
21-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, PbEU 2014, L 366 (uitgifte: 20-12-2014, regelingnummer: 2014/111/EU)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Waterrecht (V)
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘schip’: een vaartuig waarop de internationale verdragen van toepassing zijn;
- b)
‘schip dat onder de vlag van een lidstaat vaart’: een schip dat in een lidstaat is geregistreerd en dat onder de vlag van een lidstaat vaart overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat. Een schip dat niet aan deze definitie voldoet, wordt gelijkgesteld met een schip dat onder de vlag van een derde land vaart;
- c)
‘inspecties en controles’: de inspecties en controles die verplicht zijn op grond van de internationale verdragen;
- d)
‘internationale verdragen’: het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1 november 1974 (SOLAS 74) met uitzondering van hoofdstuk XI-2 van de bijlage bij dat verdrag, het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen van 5 april 1966 en het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen van 2 november 1973 (MARPOL), samen met de protocollen en wijzigingen daarvan, en de daarmee verband houdende codes met een verbindend karakter in alle lidstaten met uitzondering van de punten 16.1, 18.1 en 19 van deel 2 van de code inzake de uitvoering van IMO-instrumenten, en van de punten 1.1, 1.3, 3.9.3.1, 3.9.3.2 en 3.9.3.3. van deel 2 van de IMO-code voor erkende organisaties, in hun bijgewerkte versie;
- e)
‘organisatie’: een juridische entiteit, haar dochterondernemingen en alle andere entiteiten waarover zij zeggenschap heeft, die gezamenlijk of afzonderlijk taken uitvoeren die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen;
- f)
‘zeggenschap’: voor de toepassing van punt e): rechten, contracten of alle andere middelen, rechtens of feitelijk, die afzonderlijk of in combinatie de mogelijkheid verlenen om beslissende invloed uit te oefenen op een juridische entiteit, of die entiteit in staat stellen taken uit te voeren die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen;
- g)
‘erkende organisatie’: een organisatie die is erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 391/2009;
- h)
‘machtiging’: een handeling waarbij een lidstaat aan een erkende organisatie een recht verleent of bevoegdheid delegeert;
- i)
‘wettelijk voorgeschreven certificaat’: een door of namens een vlaggenstaat overeenkomstig de internationale verdragen afgegeven certificaat;
- j)
‘voorschriften en procedures’: de eisen van een erkende organisatie voor het ontwerp, de bouw, de uitrusting, het onderhoud en de controle van schepen;
- k)
‘klassecertificaat’: een door een erkende organisatie afgegeven document waarin wordt bevestigd dat een schip, overeenkomstig de door die erkende organisatie vastgestelde en gepubliceerde voorschriften en procedures, geschikt is voor een bepaald gebruik of een bepaalde dienst;
- l)
‘radioveiligheids-certificaat voor vrachtschepen’: het certificaat dat is ingevoerd bij het protocol van 1988 houdende wijziging van SOLAS, aangenomen door de Internationale Maritieme Organsiatie (IMO).