RvdW 2022/920
Verbintenissenrecht. Financieel recht. Algemene voorwaarden; transparantievereiste.
HR 07-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1388
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/04372
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Hypotheken (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1388, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:308, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Financieel recht. Algemene voorwaarden; transparantievereiste. Richtlijn hypothecair krediet (art. 7:118-128c BW); toepassingsbereik; tussentijdse wijziging rentetarief of rentevaste periode.
Samenvatting
Volgens art. 5 Richtlijn oneerlijke bedingen (1993/13/EEG) moeten schriftelijke bedingen in overeenkomsten met consumenten steeds duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Over de betekenis van de op grond van die bepaling vereiste transparantie bij de door de nationale rechter uit te voeren beoordeling van de oneerlijkheid van een beding, heeft HR 22 november 2019, NJ 2022/204, m.nt. Jac. Hijma, overwogen dat volgens de rechtspraak van het HvJ EU een gebrek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.