NJ 2000, 461
Inbeslagneming foto's en videomateriaal en recht op vrije nieuwsgaring.
HR 09-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3817, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 november 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens, Orie, Balkema
- Zaaknummer
4014BESCH
4015BESCH
4016BESCH
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AA3817
- JCDI
JCDI:ADS160177:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1999:AA3817, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑1999
ECLI:NL:HR:1999:AA3817, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑11‑1999
- Wetingang
Sv art. 94 lid 1; Sv art. 552a lid 1; EVRM art. 10 lid 1; EVRM art. 10 lid 2
Essentie
Inbeslagneming van door journalisten vervaardigde foto's en videobanden van ongeregeldheden ten behoeve van de waarheidsvinding kunnen een (zij het zeer indirecte) inbreuk op het recht van vrije nieuwsgaring cfm. art. 10 lid 1 EVRM opleveren. Afweging cfm. art. 10 lid 2 EVRM (vgl. HR NJ 1996, 578). Onbegrijpelijk oordeel rechtbank dat het belang van vrije nieuwsgaring voor het belang van Sv gaat op de enkele grond dat niet blijkt van ‘zodanig ernstige misdrijven’ dat het beslag gerechtvaardigd is. Het beslag om de waarheid aan de dag te brengen inzake mogelijk gepleegde misdrijven als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.