HR, 29-04-1997, nr. 103277
ECLI:NL:HR:1997:ZD0146
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29-04-1997
- Zaaknummer
103277
- LJN
ZD0146
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1997:ZD0146, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑1997; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:1996:49
- Wetingang
- Vindplaatsen
NJ 1997, 667 met annotatie van A.C. 't Hart
Uitspraak 29‑04‑1997
29 april 1997
Strafkamer
nr. 103.277
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 juni 1995 in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1943, wonende te [woonplaats], ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting " [A] " te [plaats] .
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Breda van 23 december 1994 - de verdachte ter zake van 1. "als bestuurder deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven", 2. "medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, eerste lid, onder C van de Opiumwet gegeven verbod", 3. "medeplegen van: om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden: - zich of een ander middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en - vervoermiddelen en gelden voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd" en 4. "medeplegen van: om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden: - zich of een ander middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en - vervoermiddelen en gelden voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, gepleegd in voortgezette handeling", 5. primair "medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, eerste lid, onder B van de Opiumwet gegeven verbod en 6. "handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot meer dan één schietwapen in de vorm van een pistool of revolver", "handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie", "handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, onder 6e" en "handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd" veroordeeld tot acht jaren gevangenisstraf, met verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer zoals in het arrest omschreven.
2. Het cassatieberoep
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr J.M. Sjöcrona, en mr A.A. Franken, advocaten te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. De conclusie van het Openbaar Ministerie
De Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
4. Telastelegging, bewezenverklaring en bewijsvoering
4.1. Aan de verdachte is, voorzover voor de beoordeling van de middelen van belang, na nadere omschrijving van de telastelegging op de voet van art. 314a Sv telastegelegd:
feit 3: (10a Opiumwet Fast Lane)
dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van november 1991 tot en met 1 september 1993, althans in of omstreeks de periode van 21 september 1992 tot en met 1 september 1993 te [woonplaats] en/of te Rijsbergen en/of elders in Nederland en/of in Colombia en/of elders buiten Nederland,
tezamen en in vereniging met [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of [betrokkene 4] en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 6] en/of [betrokkene 7] , althans (een) ander(en) , althans hij verdachte, en/of meer of één van zijn mededader(s)
- om het (telkens) opzettelijk vanuit Colombia en/of het Caraïbisch gebied, in elk geval van buiten Nederland, met een boot (de Fast Lane) en/of met (een) andere bo(o)t(en), althans rubberbo(o)t(en)/Zodiac('s), althans met enig (ander) middel van vervoer, binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of afleveren en/of vervoeren van (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne en/of
- om het (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen, mede in de (extensieve) betekenis van artikel 1 lid 4 en/of 5 van de Opiumwet en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of het aanwezig hebben en/of het vervaardigen van (een) (overig(e)) middel (en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1
- ( telkens) voor te bereiden of te bevorderen
- ( een) ander(en) heeft gebracht te bewegen om dat/die feit(-en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft verschaft en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van die/dat feit(en);
- hebbende deze opzettelijke voorbereidingshandeling(en) hierin bestaan dat hij, verdachte, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans hij verdachte, en/of meer of één van zijn mededader(s) of verschillende of één hunner, meermalen of eenmaal (onderscheidelijk),
* vijfmaal, althans een- of meerma(a)l(en), (in of omstreeks november 1991 en/of januari 1992 en/of augustus 1992 en/of januari/februari 1993 en/of juli 1993), naar Colombia is/zijn gereisd en/of
* in Colombia contacten heeft/hebben gelegd en/of doen leggen en/of contacten heeft/hebben onderhouden en/of doen onderhouden met een of meer perso(o)n(en) van een Colombiaanse organisatie, althans met een of meer zich te Colombia bevindende perso(o)n(en) die (de) verdovende middelen, [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel (en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] zou/zouden leveren en/of
* een of meer aanbetaling(en) heeft/hebben gedaan in verband met de levering van verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] en/of
* een- of meerma(a)l(en) geld (f800.000, - in ieder geval (een) gro(o)t(e) geldbedrag(en)) en/of (overige) betaalmiddelen beschikbaar heeft/hebben gesteld, althans betaald aan/van een Colombiaanse organisatie, althans aan/van een of meer zich te Colombia bevindende perso(o)n(en) die (de) verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel (en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] zou/zouden leveren, althans dat geld en/of die (overige) betaalmiddelen daartoe voorhanden heeft/hebben gehad en/of
* een- of meerma(a)(en) (een) gro(o)t(e) geldbedrag(en) en/of (overige) betaalmiddelen beschikbaar heeft/hebben gesteld aan (een) ander(en) waarmede (onder meer)
- een boot (de Fast Lane) werd aangeschaft, althans gehuurd, in ieder geval gebruikt mocht worden en/of
- ( de) onkosten voor reparatie(s) en/of aanpassing(en) aan die/een boot (de Fast Lane) werd (en) betaald en/of
- ( de) (on)kosten, althans vergoeding/beloning van (de) bemanning (van die/een boot (de Fast Lane) en/of ander personeel en/of medeverdachten werd(en) betaald en/of
- ( de) (on)kosten van (vlieg)reizen en/of verblijfskosten van (de) bemanningsleden/medeverdachten werden betaald en/of
- geheel of gedeeltelijk in het levensonderhoud van de/een partner(s) van (een) medeverdachte(n) werd-/kon worden voorzien en/of
* een boot (de Fast Lane) (waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat daarmee een transport van verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] moest/zou gaan plaatsvinden) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
* een of meer perso(o)n(en) heeft/hebben aangezocht, althans heeft doen of laten aanzoeken, die het/een transport verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l (en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] moest(en) organiseren en/of uitvoeren, althans begeleiden en/of
* een rubberboot (een zgn Zodiac) heeft/hebben gekocht, althans in zijn/hun bezit heeft/hebben gehad en/of deze rubberboot heeft/hebben opgehaald en/of vervoerd, althans heeft/hebben laten ophalen en/of laten vervoeren van de gemeente Berkel en Rodenrijs naar de gemeente [plaats] en/of
* (een) vervoermiddel (en) [auto('s)] en/of (een) communicatiemiddel (en) [semafoon(s) en/of (auto)telefoon('s)] ter beschikking heeft/hebben gesteld althans heeft/hebben doen of laten stellen aan (een) medeverdachte(n) waarmede respectievelijk contacten konden worden gelegd en/of onderhouden met medeverdachte(n) en/of anderen in verband met het/een transport van verdovende middelen [(een) met het/een transport (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] en/of
* een of meer perso(o)n(en) heeft/hebben opgedragen, althans heeft/hebben doen of laten opdragen, althans gevraagd, met een boot (de Fast Lane) van Antigua naar Nederland te varen waarmede het/een transport van (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I uitgevoerd diende te worden en/of
* zich en/of (een) ander (en) inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of doen of laten verschaffen over de te volgen route en/of het reisschema en/of de aanlegplaatsen en/of
* zich en/of (een) ander(en) inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of doen of laten verschaffen over de/het telefoonnummer(s) en/of semafoonnummer(s) van personen waarmee contact moest of kon worden opgenomen in verband met het/een transport van verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel (en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] naar Nederland en/of
* een groot aantal malen, althans meermalen met een ander of anderen en/of met een of meer mededader(s) in persoon en/of telefonisch contact heeft/hebben gehad in verband met de ondernomen en/of te ondernemen reizen en/of het uit te voeren transport en/of de te maken of gemaakte kosten en/of de opvang van verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I];
feit 4: (10a Opiumwet Maracana)
dat hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 1993 t/m 30 juni 1994 te [woonplaats] en/of te Monnickendam en/of te Edam en/of te Rijsbergen en/of te Galder, gemeente Nieuw Ginneken en/of elders in Nederland en/of in Colombia en/of elders buiten Nederland,
tezamen en in vereniging met [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of [betrokkene 4] en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 6] en/of [betrokkene 8] , althans (een) ander(en), althans hij verdachte, en/of meer of één van zijn mededader(s)
- om het (telkens) opzettelijk vanuit Colombia en/of het Caraïbisch gebied, in elk geval van buiten Nederland, met een boot (de Maracana) en/of met (een) andere bo(o)t(en), althans rubberbo(o)t(en)/Zodiac('s), althans met enig (ander) middel van vervoer binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of afleveren en/of vervoeren van (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne en/of - om het (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen mede in de (extensieve) betekenis van artikel 1 lid 4 en/of 5 van de Opiumwet en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of het aanwezig hebben en/of het vervaardigen van (een) (overig(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1
- ( telkens) voor te bereiden of te bevorderen
- ( een) ander(en) heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben verschaft en/of
- voorwerpen vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van die/dat feit (en);
- hebbende deze opzettelijke voorbereidingshandeling(en) hierin bestaan dat hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans hij verdachte, en/of meer of één van zijn mededader (s) of verschillende of één hunner, meermalen of eenmaal (onderscheidelijk),
* tweemaal (in of omstreeks november/december 1993 en maart/april 1994), althans een- of meermalen, naar Colombia is/zijn gereisd en/of
* in Colombia contacten heeft/hebben gelegd en/of doen leggen en/of contacten heeft/hebben onderhouden en/of doen onderhouden met een of meer perso(o)n(en) van een Colombiaanse organisatie; althans met een of meer zich te Colombia bevindende perso(o)n(en) die (de) verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] zou/zouden leveren en/of
* een of meer aanbetaling(en) heeft/hebben gedaan in verband met de levering van verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] en/of
* een- of meerma(a)l(en) (een) gro(o)t(e) geldbedrag (en)] en/of (overige) betaalmiddelen beschikbaar heeft/hebben gesteld, althans betaald aan/van een Colombiaanse organisatie, althans aan/van een of meer zich te Colombia bevindende perso(o)n(en) die (de) "verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] zou/zouden leveren, althans genoemd(e) geldbedrag(en) en/of (overige) betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad en/of
* een- of meerma(a)l(en) (een) gro(o)t(e) geldbedrag(en) en/of (overige) betaalmiddelen beschikbaar heeft/hebben gesteld aan (een) ander(en) waarmede (onder meer)
- een boot (de Maracana) werd aangeschaft en/of
- ( de) (on)kosten voor reparatie(s) en/of aanpassing(en) aan die/een boot (de Maracana) werden betaald en/of
- ( de) (on) kosten, althans vergoeding/beloning van (de) bemanning van die/een boot (de Maracana) en/of ander personeel en/of medeverdachten werd(en) betaald en/of
- ( de) (on)kosten van (vlieg)reizen en/of verblijfskosten van (de) bemanningsleden/medeverdachten werden betaald en/of
- geheel of gedeeltelijk in het levensonderhoud van de/een partner(s) van (een) medeverdachte(n) werd-/kon worden voorzien en/of
- chemicaliën en/of laboratoriumbenodigdheden werden gekocht waarmee synthetische drugs (amfetamine, in ieder geval (een) materia(a)l(en) bevattende het middel amfetamine, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I) en/of materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne kunnen worden vervaardigd danwel gezuiverd en/of
* een boot (de Maracana) (waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat daarmee een transport van verdovende middelen [(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I] moest/zou gaan plaatsvinden) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
* een of meerma(a)l(en) (een) bezoek(en) heeft/hebben gebracht aan die/een boot, de Maracana, terwijl deze (in verband met werkzaamheden) te Monnikendam en/of Edam lag en/of
* (een) vervoermiddel(en) [auto ('s)] en/of (een) communicatiemiddel(en) [semafoon(s) en/of (auto) telefoon('s)] ter beschikking heeft/hebben gesteld althans heeft/hebben doen of laten stellen aan (een) medeverdachte(n) waarmede respectievelijk konden worden gelegd en/of onderhouden met medeverdachte(n) en/of anderen in verband met het/een transport van verdovende middelen ((een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) meld op de bij de Opiumwet behorende lijst I) en/of
* een of meer perso(o)n(en) heeft/hebben aangezocht, althans heeft/hebben doen of laten aanzoeken, die het/een transport van een hoeveelheid/hoeveelheden cocaïne, althans van materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) genoemd in lijst I van de Opiumwet, moest(en) organiseren en/of uitvoeren, althans begeleiden en/of
* een of meer perso(o)n(en) heeft/hebben opgedragen, althans heeft/hebben doen of laten opdragen, een boot (de Maracana) over de weg te vervoeren of doen of laten vervoeren naar La Grande Motte in Frankrijk en/of
* een of meer perso(o)n(en) heeft/hebben opgedragen, althans heeft/hebben doen of laten opdragen, met een boot (de Maracana) naar het Caraïbisch gebied te varen om (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I op te halen en/of zich en/of (een) ander(en) inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of doen of laten verschaffen over de te volgen route en/of het reisschema en/of de aanlegplaatsen en/of
* zich en/of (een) ander(en) inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of doen of laten verschaffen over de/het telefoonnummer(s) en/of semafoonnummer(s) van personen waarmee contact moest of kon worden opgenomen in verband met het/een transport van verdovende middelen ((een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I) naar Nederland en/of
* een (gedeelte van) een loods aan de [a-straat 1] te [plaats] - alwaar (een) vervoermiddel(en) (auto('s) en/of een rubberboot) en/of chemicaliën stonden en/of konden worden opgeslagen - heeft/hebben gehuurd, althans heeft/hebben doen of laten huren en/of in gebruik heeft/-hebben genomen, althans laten nemen en/of
* een pand, bestaande uit een woonhuis met daarbij een of meer loods(en) (gelegen aan de Ballemanseweg, nr. 6 te Galder) - alwaar (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden van (een) materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, zijnde cocaïne een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I kon worden bewaard en/of bewerkt - heeft/hebben gehuurd, althans heeft/hebben doen of laten huren en/of heeft/hebben betrokken, althans heeft/hebben doen betrekken en/of in gebruik heeft/hebben genomen, althans laten nemen en/of
* een of meer (van die) loods(en) geschikt heeft/hebben gemaakt, althans heeft/hebben doen of laten maken voor het opslaan en/of wassen van (een) materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne, danwel voor het vervaardigen van synthetische drugs (amfetamine, in ieder geval (een) materia(a)l(en) bevattende het middel amfetamine, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I) en/of
* materialen, geschikt, en/of bestemd voor de vervaardiging, althans bewerking van (een) materia(a)l(en) bevattende het middel cocaïne en/of van synthetische drugs (amfetamine, in ieder geval (een) materia(a)l(en) bevattende het middel amfetamine, althans (een) middel (en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I) (jerrycans en/of vaten en/of glaswerk en/of apparatuur en/of machines en/of chemicaliën) heeft/hebben gekocht, althans doen of laten kopen en/of heeft/hebben afgeleverd, althans heeft/hebben doen of laten afleveren, althans aanwezig heeft/hebben gehad in/aan het adres Ballemanseweg nr. 6 te Galder en/of [a-straat 1] te [plaats] .
4.2. Daarvan is bewezenverklaard dat hij:
"feit 3:
in de periode van november 1991 tot en met 1 september 1993, te [woonplaats] en/of te Rijsbergen en/of elders in Nederland en/of in Colombia.
tezamen en in vereniging met [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en [betrokkene 4] en [betrokkene 5] en [betrokkene 6] en [betrokkene 7] ,
- om het opzettelijk vanuit Colombia en/of het Caraïbisch gebied, met een boot (de Fast Lane), binnen het grondgebied van Nederland brengen van een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne
- voor te bereiden
- zich of een ander middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft verschaft en vervoermiddelen, en gelden voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit
- hebbende deze opzettelijke voorbereidingshandelingen hierin bestaan dat hij, verdachte, telkens tezamen en in vereniging met meer of één van zijn mededaders of verschillende of één hunner, meermalen of eenmaal onderscheidenlijk,
* vijfmaal, (in november 1991 en januari 1992 en augustus 1992 en januari/februari 1993 en juli 1993), naar Colombia is/zijn gereisd en
* in Colombia contacten heeft/hebben gelegd en contacten heeft/hebben onderhouden met een of meer zich te Colombia bevindende perso(o)n(en) die verdovende middelen, een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne, zou/zouden leveren en
* een maal geld (f 800.000,-) beschikbaar heeft/hebben gesteld, aan een of meer zich te Colombia bevindende perso(o)n(en) die de verdovende middelen een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne, zou/zouden leveren,
* meermalen een geldbedrag beschikbaar heeft/hebben gesteld waarmede
-onkosten voor aanpassing(en) aan die boot (de Fast Lane) werden betaald en onkosten van vliegreizen en verblijfskosten van medeverdachten werden betaald en
* een boot (de Fast Lane) waarvan hij wist dat daarmee een transport van verdovende middelen een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne, zou gaan plaatsvinden voorhanden heeft/hebben gehad en
* anderen inlichtingen heeft/hebben verschaft over telefoonnummers en/of semafoonnummers van personen met wie contact moest of kon worden opgenomen in verband met het transport van verdovende middelen een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne, naar Nederland en
* meermalen met anderen in persoon en/of telefonisch contact heeft/hebben gehad in verband met het uit te voeren transport van verdovende middelen een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne";
"feit 4:
in de periode van 1 september 1993 t/m 30 juni 1994 te [woonplaats] en/of te Monnickendam en/of te Edam en/of te Rijsbergen en/of te Galder, gemeente Nieuw Ginneken en/of elders in Nederland en/of in Colombia,
tezamen en in vereniging met [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en [betrokkene 4] en [betrokkene 5] en [betrokkene 6] en [betrokkene 8] ,
- om het opzettelijk vanuit Colombia en/of het Caraïbisch gebied, met een boot (de Maracana) en/of met een rubberboot binnen het grondgebied van Nederland brengen van een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne
- voor te bereiden
- zich of een ander, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft verschaft en
- vervoermiddelen, en gelden voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
- hebbende deze opzettelijke voorbereidingshandelingen hierin bestaan dat hij, verdachte, tezamen en in vereniging met meer of één van zijn mededaders of verschillende of één hunner, meermalen of eenmaal onderscheidenlijk,
* tweemaal (in november/december 1993 en maart/april 1994), naar Colombia is/zijn gereisd en
* in Colombia contacten heeft/hebben gelegd en contacten heeft/hebben onderhouden met een of meer zich te Colombia bevindende perso(o)n(en) die verdovende middelen een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne, zou/zouden leveren en
* meermalen een geldbedrag beschikbaar heeft/hebben gesteld waarmede
- onkosten voor reparaties en aanpassingen aan een boot (de Maracana) werden betaald en
- onkosten van (vlieg)reizen en verblijfskosten van medeverdachten werden betaald en
* een boot (de Maracana) waarvan hij wist dat daarmee een transport van verdovende middelen een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel, cocaïne, zou gaan plaatsvinden voorhanden heeft/hebben gehad en
* een of meer perso(o)n(en) heeft/hebben opgedragen, een boot (de Maracana) over de weg te vervoeren naar La Grande Motte in Frankrijk en
* zich inlichtingen heeft/hebben verschaft over de te volgen route en het reisschema en
* anderen inlichtingen heeft/hebben verschaft over telefoonnummers en/of semafoonnummers van personen contact moest of kon worden opgenomen in verband met het transport van verdovende middelen een grote hoeveelheid materiaal bevattende het middel cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I naar Nederland en
* een gedeelte van een loods aan de [a-straat 1] te [plaats] - alwaar een vervoermiddel een rubberboot stond - heeft/hebben gehuurd, en in gebruik heeft/hebben genomen".
4.3. De bewezenverklaring onder 3 steunt, voorzover voor de beoordeling van de middelen van belang, onder meer op de volgende bewijsmiddelen:
35. Het proces-verbaal. nevendossier E sub 21.5. d.d. 12 september 1994. deel uitmakend van het proces-verbaal nr. 30.06.94 van de politie regio Midden- en West-Brabant.
Dit proces-verbaal is op ambtseed opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , blijkens het nevendossier A sub 3 brigadier en hoofdagent van de politie te Breda, en het houdt - zakelijk weergegeven - in als relaas van eigen waarneming en bevinding van de verbalisanten:
Op maandag 12 september 1994 hoorden wij [betrokkene 6] , die verklaarde:
Met betrekking tot mijn betrokkenheid bij het geplande transport met het zeiljacht "Fast Lane" kan ik de navolgende verklaring afleggen.
Eind juli 1993 zat ik bij [betrokkene 4] in de auto. Een juiste datum en tijd kan ik me niet meer herinneren. We zaten te praten en tijdens dit gesprek hoorde ik, dat [betrokkene 4] nog een bemanningslid zocht voor een boot, welke op Antigua lag. Ik meldde me spontaan aan als bemanningslid. Op dat moment was me niet bekend met welk doel deze boot verplaatst moest worden. Wel vertelde hij mij, dat [betrokkene 9] en [betrokkene 4] zelf ook meegingen. Na enkele dagen hoorde ik, dat [betrokkene 9] en ik zouden vertrekken. Het was de bedoeling, dat we samen met het vliegtuig naar Antigua zouden gaan. Voorafgaande aan mijn vertrek ontving ik van [betrokkene 4] een bedrag van f. 5.000, -. [betrokkene 9] en ik vertrokken op het Centraal Station in Amsterdam. Ik hoor van jullie, dat het 30 juli 1993 betrof. Ik kan me die datum niet meer herinneren, doch ik weet wel, dat het eind juli 1993 was. [betrokkene 9] en ik gingen met de trein naar Brussel; alwaar we op de luchthaven vliegtickets kochten. We boekten een reis via Londen naar Antigua. Deze tickets werden betaald door [betrokkene 9] . [betrokkene 9] had namelijk geld bij zich om de reis- en verblijfkosten te betalen.
De volgende dag vertrokken we met het vliegtuig naar Antigua. Na enkele dagen kregen we in het hotel telefoon. [betrokkene 9] heeft dit gesprek gevoerd. Ik weet niet met wie [betrokkene 9] had gesproken, doch na dit gesprek wist hij alwaar de boot lag.
Een dag nadien vertrokken we uit het hotel en reden met een taxi-busje naar Jolly Harbour, alwaar we het zeiljacht "Fast Lane" bemanden. Nadat we op de boot zaten, hoorde ik, dat er een rubberen boot aangeschaft diende te worden. [betrokkene 9] of [betrokkene 13] regelden de aanschaf van deze boot. Wie het precies was, kan ik me niet meer herinneren. Ik heb toen gezegd, dat ze de boot maar op mijn naam moesten bestellen. Het is mij bekend, dat de boot bij de douane lag. Ik heb de boot zelf nooit gezien. Wel kan ik me, in verband met de aanschaf van deze boot, de naam "Brown" herinneren. Ruim een week nadat we op de Fast Lane zaten, arriveerden [betrokkene 4] en [betrokkene 13] [betrokkene 5] op Antigua. We zagen beiden pas bij de boot. [betrokkene 4] had een generator meegenomen voor het opladen van de accu's. Zowel [betrokkene 4] als [betrokkene 13] namen hun intrek op de Fast Lane. [betrokkene 4] heeft slechts twee nachten op deze boot verbleven, waarna hij vertrok naar een mij onbekende bestemming.
Wel hadden wij ondertussen taxatierapporten gevonden van de boot. In deze rapporten waren diverse mankementen opgesomd, waarop [betrokkene 4] besloot de boot uit het water te halen voor een inspectie. Toen de boot op het droge lag, zagen we dat de kiel op een bepaalde plaats was gerepareerd. We vertrouwden de technische staat van de boot niet meer en besloten toen de zaak af te blazen. Dit was een gezamenlijk besluit, dat werd genomen door [betrokkene 13] , [betrokkene 9] en mij. Het is mogelijk, dat [betrokkene 13] of [betrokkene 9] nog contact heeft gehad met [betrokkene 4] . Ik kreeg namelijk de opdracht om te vertrekken. [betrokkene 9] regelde op de luchthaven mijn vertrek. Vervolgens vertrok ik weer met het vliegtuig naar Nederland. Ik verneem van U, dat ik deze vliegreis op 25 augustus 1993 heb ondernomen.
U vraagt me, wanneer het me bekend werd, wat het doel van de reis met de Fast Lane was. Op Antigua hadden [betrokkene 13] , [betrokkene 9] en ik een gesprek over de slechte technische toestand van de Fast Lane. In dat gesprek werd me bekend, dat het de bedoeling zou zijn geweest om met de Fast Lane een transport te doen. Het betrof een transport van drugs. Achteraf hoorde ik, dat het om cocaïne ging. Eigenlijk interesseerde het me helemaal niet om welk soort drugs het ging.
38. Het proces-verbaal. nevendossier E sub 20.1. d.d. 7 september 1994. deel uitmakend van het proces-verbaal nr. 30.06.94 van de politie regio Midden- en West-Brabant.
Dit proces-verbaal is op ambtseed opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , blijkens het nevendossier A sub 3 beiden hoofdagent van de politie te Breda, en het houdt - zakelijk weergegeven - in als relaas van eigen waarneming en bevinding van de verbalisanten:
Op 7 september 1994 hoorden wij [betrokkene 5] , die verklaarde:
Bij [betrokkene 10] woonde ook [betrokkene 8] . Ik heb [betrokkene 10] gezegd dat ik een fanatiek zeiler was. [betrokkene 10] heeft mij toen een keer in contact gebracht met [betrokkene 4] . Later bleek mij dat de achternaam van [betrokkene 4] was.
[betrokkene 4] bleek voor mij een klus te hebben. Hij vroeg mij of ik voor hem een boot kon zeilen in het Caribisch gebied. Deze trip zou een cruise worden. Ik stemde hiermee in. Ik ben toen met [betrokkene 4] samen via Parijs en New York naar Antigua gevlogen. Toen we daar aankwamen heb ik daar twee andere Nederlanders ontmoet. Dit waren [betrokkene 9] en [betrokkene 6] . [betrokkene 9] had ik al eens gezien in Amsterdam. Het waren kennissen van [betrokkene 4] en ze waren ook voorbestemd als bemanning voor de zeilboot.
Op Antigua kreeg ik ook de zeilboot te zien. Dit bleek een jacht te zijn, genaamd Fast Lane. Ik was op deze papieren reeds vermeld als schipper. Ik heb het jacht geïnspecteerd en kwam tot de conclusie dat de boot een stukje Tupperware was. Ik bedoel daarmee dat het een boot was waarmee ik onder geen beding ging varen. Ik heb [betrokkene 4] mijn bezwaren meegedeeld en hij was het met mij eens.
Op Antigua sliepen we alle vier, [betrokkene 4] , [betrokkene 9] , [betrokkene 6] en ik, op de Fast Lane. De volgende dag is [betrokkene 4] vertrokken. Hij zei dat hij voor een andere boot ging kijken, als vervanging van de Fast Lane. De eerst volgende keer dat ik hem weer zag was in Amsterdam.
U vraagt mij nu naar een rubberboot die [betrokkene 9] verkocht zou hebben op Antigua. Ik weet dat [betrokkene 9] met een rubberboot bezig geweest is. U vraagt mij nu of de reden van de trip werkelijk vakantie was. Nadat u mij enige resultaten uit uw onderzoek meedeelt, mij wijst op eigenaardigheden in mijn eigen verklaring en ik enige dingen heb overwogen wens ik u het volgende te verklaren.
[betrokkene 4] heeft mij niet gevraagd voor het als kapitein uitvoeren van een cruise, doch voor het transporteren van een hoeveelheid hash uit het Caribisch gebied. Ik moest deze hash met de Fast Lane vanuit het Caribisch gebied naar een voor mij onbekende bestemming brengen. De rest van het verhaal met die Fast Lane was wel waar. Er was echt niet met die boot te varen. Verder zal ik u desgewenst meer gedetailleerd verklaren over dit traject.
Eenmaal terug in Nederland had ik weer contact met [betrokkene 4] . Op een gegeven moment ontstond het plan om het transport nog een keer te proberen maar dan met een goede boot.
Over de boot die we gingen gebruiken, kan ik het volgende verklaren. Dit werd het zeiljacht de Maracana. Het jacht Maracana is eigenlijk mijn idee geweest. Ik had die boot ooit, al voor het Antiguatraject, ergens in Nederland zien liggen. Ik denk dat het in de buurt van Muiden was. Ik wist dat de Maracana door een man was gekocht in Oostende waar die boot helemaal gestript lag te verrotten.
De eigenaar was genaamd [betrokkene 11] . U vraagt mij nu wie de boot van [betrokkene 11] gekocht heeft en hoeveel er voor betaald is. Ik heb zaken gedaan met [betrokkene 11] en we kwamen overeen dat ik de boot zou kopen. We spraken af dat ik de boot later zou betalen. Ik heb hem dan ook geen geld gegeven. Ik had hem er van overtuigd dat de boot geen cent meer waard was en hij geloofde mij. Hij nam er genoegen mee later een som geld te krijgen die ik er voor over zou hebben of ik zou hem de boot, in opgeknapte toestand, weer terug geven zonder daarvoor geld te krijgen. Dit hele gebeuren ging in overleg en met de goedkeuring van [betrokkene 4] . Hij heeft de boot bekeken en ging ermee akkoord dat we de nieuwe klus met de Maracana zouden doen. Mijn enige doel van deze klus was de Maracana krijgen. Als de klus voorbij zou zijn, zou ik de Maracana in eigendom hebben. De Maracana was na de reparaties natuurlijk veel meer waard geworden en ik zou dan eindelijk mijn eigen zeilboot hebben.
Ik heb de boot naar Edam gevaren. De volgende tijd heb ik samen met [betrokkene 8] en [betrokkene 6] de Maracana opgeknapt. Ook [betrokkene 4] werkte mee aan het opknappen. Er werden apparatuur en onderdelen aangeschaft voor de boot. [betrokkene 4] heeft deze apparaten en onderdelen allemaal betaald.
Op een gegeven moment was de boot klaar. Dit was omstreeks november 1993. De boot is toen over de weg naar La Grande Motte in Frankrijk gebracht. We zouden vandaar naar Barbados varen. De bemanning bestond uit [betrokkene 6] , [betrokkene 8] en ikzelf. [betrokkene 10] heeft ons per auto naar La Grande Motte vervoerd. [betrokkene 4] had nog zaken te doen en zou per vliegtuig naar Barbados komen en daar pas aan boord komen. We zijn toen inderdaad vertrokken uit Zuid-Frankrijk en via de Canarische eilanden zijn we naar Barbados gevaren. Daar arriveerde [betrokkene 4] inderdaad en hij kwam ook aan boord. Op Barbados zijn we lang gebleven. Ik denk twee maanden. [betrokkene 4] is daar ook lange tijd geweest. Vanuit Barbados zijn we naar Sint Lucia gevaren. Op Sint Lucia zijn we ongeveer een maand gebleven. Daar vandaan zijn we terug gevaren naar Europa, via de Azoren.
40. Het proces-verbaal. nevendossier E sub 20.5. d.d. 13 september 1994. deel uitmakend van het proces-verbaal nr. 30.06.94 van de politie regio Midden- en West-Brabant.
Dit proces-verbaal is op ambtseed opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 3] en Visser, blijkens het nevendossier A sub 3 beiden hoofdagent van de politie te Breda. Het proces-verbaal is alleen door de verbalisant Visser ondertekend en het houdt - zakelijk weergegeven - in als relaas van eigen waarneming en bevinding van de verbalisanten:
Op 13 september 1994 hoorden wij [betrokkene 5] , die verklaarde:
Jullie confronteren mij zojuist met onder meer de verklaring van [betrokkene 6] . Ik zal jullie nu de waarheid vertellen. In mijn eerdere verklaringen heb ik gesproken over het ophalen van een lading hash in het Caribisch gebied. Dat was niet waar. Het ging in deze (tot twee maal toe) om het ophalen van een partij cocaïne. Ik kan jullie niet zeggen hoeveel het betrof, maar het ging om cocaïne en niets anders. lets anders is daar ook niet te halen.
Voor de rest klopt mijn eerdere verklaring wel. Ik kwam in Holland en ik kreeg contact met [betrokkene 4] . Ik zocht eigenlijk iets in de hashhandel, maar [betrokkene 4] kwam naar mij toe en zei mij, dat ik een gave had (schipper van een jacht), die veel geld kon opleveren. [betrokkene 4] vroeg mij toen of ik een jacht voor hem wilde varen. Op dat moment wist ik dat het om drugs ging. Ik weet niet meer precies wanneer ik hoorde, dat het om cocaïne ging. Ik weet zelfs niet meer wie mij dat vertelde. In ieder geval voor, of op Antigua wist ik waar het om ging. Ik wist ook dat er nooit tets gedaan zou worden in een haven. De lading cocaïne zou op zee worden opgepikt en ook weer op zee worden afgezet. Ik had geen idee waar precies. Ik zou dat later wel horen als het zo ver was en ik moest erheen varen.
Toen we op Antigua kwamen bleek de Fast Lane niet bruikbaar. Ik vroeg [betrokkene 4] , waar we met deze boot naar toe moesten. Hij zei naar Europa. Ik zei hem, dat ik met die boot niet naar Europa zou varen, omdat de boot gewoon niet daarvoor geschikt was. [betrokkene 4] ging toen voor een andere boot op weg. Ik kan nog wel zeggen, dat de papieren van de boot op naam stonden van een Canadese charterfirma, volgens mij uit Montreal, maar dat weet ik niet meer zeker. Er was een officieel formulier van die firma, waar ik mijn naam, althans de naam Johan de Ridder, op gezet heb als zijnde de kapitein van de boot. Op het formulier ontbrak echter de zinsnede dat ik de kapitein was. Er stond alleen dat ik de verantwoordelijke was. Omdat het woord kapitein er niet op voor kwam hadden we onmiddellijk problemen met de douane toen we bijvoorbeeld de dinky in wilden klaren. We moesten $5000 betalen voor invoer, omdat het woord kapitein op het formulier ontbrak. Daarom is dat bootje ook teruggezonden.
Omdat de Fast Lane niet goed was, zijn we terug gegaan naar Nederland. Ik weet nog dat we ieder apart terug zijn gereisd. In Nederland kwam ik weer in contact met [betrokkene 4] . Die wilde nog steeds de zaak aanpakken. Ik heb al verteld, dat ik eerder al de Maracana had gezien. Dat verhaal was de waarheid. We zijn dus begonnen om de Maracana vaarklaar te krijgen. Met de Maracana zou nu de partij cocaïne worden opgehaald. Eigenlijk waren er geen veranderingen in de plannen, voor zover ik weet althans. Toen de boot klaar was werd hij over de weg naar Zuid-Frankrijk gebracht. Dat kwam omdat het in Nederland al vroor. Via Gibraltar, waar nog wat te doen is geweest met geld, dat gezonden moest worden, kwamen we in Las Palmas. Dat was rond de Kerst van 1993. Daar zijn ook [betrokkene 4] en zijn vriendin [betrokkene 12] bij ons geweest. Ik heb daar nog een heel klein beetje geld van [betrokkene 4] gehad. Daarna zijn wij verder gevaren naar Barbados. [betrokkene 4] kwam daar later met het vliegtuig naar toe.
Toen [betrokkene 4] bij ons kwam, ongeveer twee dagen nadat wij waren gekomen, is hij enkele weken bij ons geweest. Ik dacht eigenlijk eerst dat hij van Las Palmas met ons mee zou gaan, maar dat bleek dus niet zo te zijn. Na enkele weken ging [betrokkene 4] weg van Barbados. In totaal zijn we 8 of 9 weken in Barbados geweest. Toen [betrokkene 4] terug was, is hij volgens mij nog een paar weken bij ons geweest en plotseling zijn we toen vertrokken naar Saint Lucia. Dat ging erg vlug. In Saint Lucia waren we ongeveer een maand. Hij had wel contact met andere Nederlanders, die daar voor vakantie waren. Toen kwam de dag dat [betrokkene 4] besloot om terug te gaan.
Ik erken dus dat ik tot twee maal toe op weg ben gegaan om een partij cocaïne op te pikken. Het was de bedoeling om het op zee op te pikken en het ook later weer ergens op zee over te zetten. Wij zouden nooit ergens aan land komen met de lading.
41. Het proces-verbaal. nevendossier E sub 7.1. d.d. 1 juli 1994. deel uitmakend van het proces-verbaal nr. 30.06.94 van de politie regio Midden- en West-Brabant.
Dit proces-verbaal is op ambtseed opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 5] , blijkens het nevendossier A sub 3 beiden hoofdagent van de politie te Breda, en het houdt - zakelijk weergegeven - in als relaas van eigen waarneming en bevinding van de verbalisanten:
Op 1 juli 1994 hoorden wij [betrokkene 9] , die verklaarde:
Ik ben ongeveer anderhalf jaar geleden meegeweest om met een zeilboot een partij hash op te gaan halen in het Caribisch gebied en wel van het eiland Antigua. Ik ben in die tijd benaderd door [betrokkene 4] . Ik zou voor hem met nog twee anderen een boot overvaren met daarin een partij hash. Ik ben daarvoor op kosten van [betrokkene 4] naar Antigua gevlogen, samen met [betrokkene 6] en een Engelsman, die ik alleen van voornaam ken. Dat was [betrokkene 13] . Ik weet niet meer precies wanneer het was, maar dat kunnen jullie in mijn paspoort zien, want daar staan de stempels van Antigua in. Mij was beloofd, dat "ik wel goed zou zitten" als wij terug waren. Er was dus niet over een geldbedrag gesproken, maar ik ging er van uit dat het wel goed zou komen. Toen wij met drieën op Antigua waren, is [betrokkene 4] een dag geweest. Hij kwam vertellen, dat de boot ergens anders naar toe moest. Daarna hebben wij hem niet meer gezien. Op dat moment was er gebrek aan geld. In de eerste week zaten wij in een hotel en in de tweede week, op de boot. Ondertussen had ik zo mijn twijfels gekregen over die boot. Het betrof een zeiljacht, dat mij niet geschikt leek voor een oversteek over de oceaan. Ik heb dan ook dat ding uit het water laten halen en ik heb het laten bekijken door een expert. Ik kreeg toen een rapport van hem waarin stond, dat de boot afgekeurd werd. Hij was niet zeewaardig. Ik had er toen mijn buik van vol. Ook [betrokkene 4] kwam niet meer opdagen. Wij hebben toen besloten terug te gaan naar huis. Voor de oversteek heb ik daar een rubberboot verkocht voor 1000 dollar. Van dat geld zijn wij terug naar huis gevlogen. Dat was op verschillende dagen, omdat ik niet direct die 1000 dollar kreeg. Ik kreeg iedere dag wat en zo konden wij om de beurt naar huis vliegen. Toen ik eenmaal thuis kwam, bleek [betrokkene 4] er niet te zijn. Hij wilde met een andere boot hetzelfde weer doen. Ik heb ondertussen wel begrepen, dat [betrokkene 6] en [betrokkene 13] met nog iemand anders, weer wel met [betrokkene 4] in zee zijn gegaan. Willem Rippens is een goede kennis van mij. Ik begrijp nu van jullie dat die boot dus gepakt is en dat [betrokkene 6] en [betrokkene 13] vast zitten. Ik vind dat erg voor die jongens, maar ze kunnen niet zeggen, dat ik hen niet heb gewaarschuwd.
5. Beoordeling van het eerste middel
5.1. Ter terechtzitting in hoger beroep van 16 juni 1995 is namens de verdachte een verweer gevoerd dat het Hof in zijn bestreden arrest als volgt heeft samengevat en verworpen:
Ter terechtzitting in hoger beroep is door de raadsman van verdachte ten verwere aangevoerd, dat de officier van justitie de vordering nadere omschrijving telastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering te laat heeft gedaan en het hof op de inhoud daarvan geen acht mag slaan.
Het hof overweegt daaromtrent:
Uit de processtukken is het navolgende gebleken.
Verdachte is gedagvaard voor de terechtzitting in eerste aanleg van 4 oktober 1994, hetgeen is geschied bij een (voorlopige) dagvaarding ex artikel 261, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering, waarbij via het bevel gevangenhouding en het bevel tot bewaring werd verwezen naar de feiten op de vordering inbewaringstelling.
Nadat de behandeling van de zaak is aangehouden geweest is verdachte vervolgens opgeroepen voor de zitting van 13 december 1994.
Op 29 november 1994 is aan verdachte in persoon een vordering nadere omschrijving telastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering betekend, welke de officier van justitie zou gaan doen ter terechtzitting van 13 december 1994.
Blijkens het proces-verbaal ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de raadsman verklaard tijdig een afschrift van voormelde vordering te hebben ontvangen.
De omstandigheid dat de officier van justitie eerst bij gelegenheid van het voeren van het woord overeenkomstig artikel 311 van het Wetboek van Strafvordering voormelde nadere vordering heeft overgelegd, doet niet af aan het feit dat in essentie is voldaan aan de waarborgen die in de desbetreffende artikelen zijn omschreven. Bovendien is het -blijkens het verhandelde ter terechtzitting- voor alle procesdeelnemers duidelijk geweest hoe de definitieve tekst van de telastelegging luidde, welke tekst ook tijdig aan de verdachte is betekend.
Blijkens het proces-verbaal in eerste aanleg hebben de verdachte en diens raadsman ook medegedeeld, dat zij tijdig op de hoogte waren van de nieuwe tekst van de telastelegging en dat zij bij de verdediging ook zijn uitgegaan van die tekst.
Onder deze omstandigheden is verdachte op geen enkele wijze in zijn verdediging geschaad geweest en moet het verweer worden verworpen.
5.2. Uit de stukken van het geding blijkt het volgende:
( i) De verdachte is gedagvaard om op 4 oktober 1994 te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank. In de dagvaarding is voor de opgave van het feit volstaan met een omschrijving als bedoeld in het derde lid van art. 261 (oud) Sv.
(ii) De Rechtbank heeft op 4 oktober 1994 het onderzoek voor onbetaalde tijd geschorst.
(iii) Een vordering nadere omschrijving telastelegging is op 29 november 1994 aan de verdachte in persoon betekend.
(iv) Ter terechtzitting van de Rechtbank van 13 december 1994 is het onderzoek opnieuw aangevangen in verband met de gewijzigde samenstelling van de Rechtbank. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 december 1994 houdt voorts in:
De officier van justitie draagt de zaak voor en legt de lijst over van in beslag genomen, niet teruggegeven voorwerpen. De voorzitter deelt mondeling mede de korte inhoud van: ( . . . )
7. de overige zich in het dossier bevindende stukken.
De verdachte verklaart - zakelijk weergegeven - het volgende:
Ik beroep me op mijn zwijgrecht. Ik heb met de hele zaak niets te maken. Wel beken ik dat ik wapens voorhanden heb gehad. Met wapenhandel had dat niets van doen. [betrokkene 1] is een tijd geleden ontvoerd en ik ben bedreigd. Ik wilde me beschermen. Dat die wapens bij mij thuis lagen wist ik.
De raadsman en verdachte zeggen dat de stukken wat hen betreft voldoende zijn besproken.
De officier van justitie voert het woord, leest zijn vordering voor en legt die aan de rechtbank over. Het requisitoir is op schrift gesteld. Het stuk is aan de rechtbank overgelegd, het is aan dit proces-verbaal gehecht en het dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
De raadsman voert het woord tot verdediging. Hetgeen hij aanvoert is neergelegd in de pleitnota die hij aan de rechtbank overlegt. Deze pleitnota is aan dit proces-verbaal gehecht en dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. De raadsman verwijst ook naar hetgeen zijn confrère zal aanvoeren in de zaak tegen de verdachte [betrokkene 1] . Ook deze pleitnota is aan dit proces-verbaal gehecht en ook hiervan dient de inhoud als hier ingelast en herhaald te worden beschouwd.
Het onderzoek ter terechtzitting wordt vervolgens wegens de uitgebreidheid en de duur ervan onderbroken voor de lunch. De voorzitter zegt de verdachte aan na de lunch weer ter zitting aanwezig te zijn. Na de hervatting wordt het onderzoek in ongewijzigde samenstelling voortgezet.
De voorzitter merkt op dat bij de vorige zitting is volstaan met een dagvaarding ex artikel 314a van het wetboek van strafvordering. De tekst van de aanpassing die volgens het genoemde artikel is vereist is aan verdachte betekend. Ook de raadsman van verdachte heeft tijdig een afschrift gekregen. Verdachte en zijn raadsman delen mee dat zij, zoals de officier van justitie al heeft gezegd, tijdig op de hoogte zijn gebracht van de nieuwe tekst van de tenlastelegging en dat zij bij de verdediging zijn uitgegaan van die tekst.
5.3. Gelijk in de toelichting op het middel wordt betoogd blijkt uit het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 13 december 1994 niet dat de Officier van Justitie overeenkomstig het bepaalde bij art. 314a, tweede lid, in verbinding met art. 313, eerste lid (oud), Sv voordat hij voor de eerste maal overeenkomstig art. 311 Sv het woord heeft gevoerd de vordering als bedoeld in art. 314a Sv heeft gedaan. Dit leidt, anders dan in het middel wordt betoogd, echter niet tot het oordeel dat de Rechtbank en het Hof ten onrechte hebben beraadslaagd en beslist op de, grondslag van de nader omschreven telastelegging, zoals opgenomen in de hiervoor onder 5.2. sub (iii) bedoelde vordering, en. wel op grond van het volgende.
5.4. In aanmerking genomen dat de vordering nadere omschrijving telastelegging vóór de terechtzitting van de Rechtbank van 13 december 1994, alwaar het onderzoek opnieuw is aangevangen, aan de verdachte in persoon is betekend, de raadsman van de verdachte tijdig een afschrift van die vordering heeft ontvangen en de verdachte en diens raadsman blijkens het
proces-verbaal van de terechtzitting van de Rechtbank van 13 december 1994, als onder 5.2 sub (iv) weergegeven, bij de verdediging zijn uitgegaan van de nieuwe tekst van de telastelegging, waarmee klaarblijkelijk wordt gedoeld op de tekst van de telastelegging als opgenomen in de vordering nadere omschrijving telastelegging, is de verdachte door het niet naleven van het bepaalde bij art. 313, eerste lid, (oud), Sv niet in zijn verdediging geschaad. Het Hof heeft door te overwegen als onder 5.1 weergegeven het verweer derhalve zonder blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting en toereikend gemotiveerd verworpen.
5.5. Het middel faalt dus.
6. Beoordeling van het tweede middel
De verdachte heeft bij het middel geen belang, aangezien hij is vrijgesproken van het onder 3 en 4 telastegelegde voorzover inhoudende dat hij buiten Nederland andere dan in het vierde lid van art. 10 Opiumwet strafbaar gestelde feiten heeft voorbereid dan wel bevorderd.
7. Beoordeling van het derde middel
7.1. In art. 10a Opiumwet zijn voorbereidingshandelingen met betrekking tot bepaalde in de Opiumwet opgenomen misdrijven zelfstandig strafbaar gesteld. In de Nota naar aanleiding van het eindverslag bij het voorstel dat leidde tot de Wet van 27 januari 1994 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht inzake algemene strafbaarstelling van voorberedingshandelingen, Stb. 1994, 60 (Kamerstukken II 1992- 1993, 22 268, nr. 7, blz. 17) is omtrent de toepasselijkheid van art. 46b Sr het volgende opgemerkt:
De leden van de fractie van D66 vroegen mij nog in hoeverre de regeling van de <<vrijwillige terugtred>> ingevolge het voorgestelde artikel 46b doorwerkt in het bijzonder deel van het Wetboek van Strafrecht, met name, waar het gaat om reeds sui generis strafbaar gestelde voorbereidingshandelingen.
Artikel 46b zal niet doorwerken voor voorbereidingsfeiten die als zelfstandige misdrijven strafbaar zijn gesteld. Ik merk op, dat bij die feiten ook thans geen straffeloosheid bestaat wegens terugtreding van de voltooiing. Dat is steeds nagelaten wegens het bijzonder gevaarzettingskarakter van die feiten. Ik wil daaraan blijven vasthouden. Inderdaad is het niet de bedoeling, dat ten aanzien van het bij artikel 10a ven de Opiumwet verboden feit thans een algemene terugtredingsmogelijkheid gaat gelden. De reden is, dat terugtreding hier nooit kan wegnemen, dat door toedoen van de dader het aanmerkelijk risico is geschapen dat voor de volksgezondheid hoogst schadelijke stoffen in het illegale circuit zouden terechtkomen. Die gevaarzetting is er nu eenmaal geweest.
7.3. Het middel dat van een andere opvatting uitgaat, faalt derhalve.
8. Beoordeling van het vierde middel
8.1. Het Hof heeft met betrekking tot de strafbaarheid van het onder 3 en 4 bewezenverklaarde, als onder 4.2 weergegeven, als volgt overwogen:
Nu hetgeen onder feit 3 is telastegelegd, meer dan een strafbare voorbereidingshandeling oplevert, en niet aannemelijk is geworden dat deze uit een en hetzelfde ongeoorloofde wilsbesluit voortkomen, dient artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht toegepast te worden en moet dit feit gekwalificeerd worden als "meermalen gepleegd". Hetgeen onder feit 4 is telastegelegd, levert eveneens meer dan 1 strafbare voorbereidingshandeling op; hier kan echter aangenomen worden dat deze uit eenzelfde ongeoorloofd wilsbesluit zijn voortgekomen, zodat deze feiten in voortgezette handeling zijn gepleegd en artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht toegepast dient te worden.
8.2. Het middel is tevergeefs voorgesteld, aangezien zowel het onder 3 als onder 4 bewezenverklaarde verscheidene feiten oplevert die als misdrijf strafbaar zijn gesteld bij art. 10a, eerste lid, aanhef en onder 2°, Opiumwet onderscheidenlijk art. 10a, eerste lid, aanhef en onder 3º, Opiumwet.
9. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop het bestreden arrest ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, dient als volgt te worden beslist.
10. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president Hermans als voorzitter, en de raadsheren Davids, Bleichrodt, Schipper en Corstens, in bijzijn van de griffier Bogaert, en uitgesproken op 29 april 1997.