NJ 1997, 667:Vordering ex 314a Sv te laat; verdachte in casu niet in zijn verdediging geschaad / 46b Sr niet van toepassing op voorbereidingsdelicten cfm. 10a Opiumwet

NJ 1997, 667

Vordering ex 314a Sv te laat; verdachte in casu niet in zijn verdediging geschaad / 46b Sr niet van toepassing op voorbereidingsdelicten cfm. 10a Opiumwet

Documentgegevens:

HR 29-04-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0146, m.nt. A.C. 't Hart

Instantie: Hoge Raad
Datum: 29 april 1997
Magistraten: Hermans, Davids, Bleichrodt, Schipper, Corstens
Zaaknummer: 103277
Conclusie: A-G Fokkens
Noot: A.C. 't Hart
LJN: ZD0146
JCDI: JCDI:ADS74157:1
Vakgebied(en): Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:ZD0146, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑1997
Wetingang: Sr art. 46b; Sv art. 261; Sv art. 311; Sv art. 313 lid 1; Sv art. 314a; Opiumwet art. 10a

Essentie

1. Vordering ex art. 314a Sv te laat; verdachte in casu niet in zijn verdediging geschaad.

2. Art. 46b Sr is niet van toepassing op voorbereidingsdelicten cfm. art 10a Opiumwet.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 juni 1995 in de strafzaak tegen A.J.F. van Z., te Sint Willebrord, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Schie' te Rotterdam, adv. mr. J.M. Sjöcrona en mr. A.A. Franken te 's-Gravenhage.

Hof:

Bewezenverklaring

Onder meer bewezenverklaard ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.