NJ 1985, 6
HR, 29-05-1984, nr. 76263
HR 29-05-1984, ECLI:NL:HR:1984:AC8436, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 mei 1984
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, Hermans, Haak, Leijten
- Zaaknummer
76263
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8436
- JCDI
JCDI:ADS65912:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AC8436, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC8436, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑1984
- Wetingang
Sv art. 261; Sv art. 278; Sv art. 279; Sv art. 339 lid 2; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Sv art. 350; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 2; Sv art. 359 lid 3; Sv art. 433 lid 2; Sr art. 47; Sr art. 51 lid 2; Sr art. 157; Sr art. 225; EVRM art. 5; EVRM art. 6
Essentie
1. De verdachte is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in een tweetal — niet dadelijk na de ondervraging als bedoeld in art. 278 Sv gevoerde — verweren met betrekking tot de ontvankelijkheid van het OM; toch geen nietigheid, aangezien het Hof deze verweren alsnog ‘ten overvloede’ toereikend heeft weerlegd.
2. Naar algemeen bekend is een bedrijfsadministratie voorgeschreven juist om tot bewijs te kunnen dienen. Niet van belang is of aan ieder onderdeel daarvan afzonderlijk die bewijsbestemming valt toe te kennen.
3. Het verweer, neerkomende op een ontkenning van het ten laste gelegde, is weerlegd door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.