Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/2.4.1
2.4.1 Inleiding
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS592193:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Ik neem dit onderwerp op in een paragraaf over de economische aspecten van eigen vermogen en vreemd vermogen, hoewel het jaarrekeningenrecht een civielrechtelijk component kent – vergelijk art. 2:101 BW en art. 2: 210 BW. De reden hiervoor is dat de bedrijfseconomie als uitgangspunt geldt voor het jaarrekeningenrecht en dat dit (deels) wettelijk is vastgelegd in wettelijke regels. Ter illustratie wijs ik op de in RJ 290.201 verwoorde hoofdregel, dat de economische realiteit prevaleert boven de juridische vorm bij de classificatie van eigen en vreemd vermogen, althans voor de geconsolideerde balans. Böhmer, S., Hoogendoorn, M.N., De Kam, F. & Krens, F., Handboek Jaarrekening 2004, Kluwer, Deventer, 2004, blz. 665. Vergelijk in dit verband IAS 32.15 en 32.18. Voor de enkelvoudige balans sluit de RJ in beginsel aan bij de juridische vormgeving RJ 240.207-209.
Het onderscheid in de fiscaliteit tussen eigen vermogen en vreemd vermogen staat in dit onderzoek centraal. Ook voor andere onderzoeksgebieden is dit verschil in behandeling relevant. Zo leidt het onderscheid dat wordt gemaakt tussen eigen vermogen en vreemd vermogen tot macro-economische verstoringen. Ik behandel deze problematiek in paragraaf 2.4.2. Het onderscheid tussen eigen vermogen en vreemd vermogen is daarnaast ook van belang in andere, aanpalende onderzoeksgebieden. Hierbij wordt veelal een eigen, van het fiscale recht afwijkend begrippenkader gehanteerd, omdat dat beter aansluit bij het onderwerp van onderzoek. Een voorbeeld hiervan is het civiele recht, vergelijk paragraaf 2.3. De begrippen eigen vermogen en vreemd vermogen zijn ook relevant voor de jaarverslaggeving van vennootschappen. De invulling van deze begrippen sluit aan bij de doelstellingen van jaarverslaggeving. Dit zijn kort samengevat het inzicht bieden in de vermogenspositie van een vennootschap en het kunnen vergelijken van deze vermogenspositie met die van andere vennootschappen. In paragraaf 2.4.3 ga ik in op de invulling van de begrippen eigen vermogen en vreemd vermogen volgens het jaarrekeningenrecht teneinde te beoordelen of dit onderscheid ook in fiscaal opzicht betekenis heeft of zou kunnen of moeten hebben.1