Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/658
EET-Verordening. In art. 17 sub a gestelde voorwaarden voor waarmerking als Europese executoriale titel; niet-vermelding van het adres van de rechterlijke instantie waaraan een betwisting van de schuldvordering kan worden gezonden of waarbij tegen het besluit kan worden opgekomen.
HvJ EU 28-02-2018, ECLI:EU:C:2018:133 (Collect Inkasso e.a.)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
28 februari 2018
- Magistraten
A. Rosas, C. Toader, A. Prechal
- Zaaknummer
C-289/17
- Conclusie
A-G Y. Bot
- Roepnaam
Collect Inkasso e.a.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:133, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 28‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Collect Incasso OÜ e.a. tegen Rain Aint e.a.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Tartu Maakohus (rechter in eerste aanleg Tartu, Estland) bij beslissing van 19 mei 2017.
EET-Verordening. In art. 17 sub a gestelde voorwaarden voor waarmerking als Europese executoriale titel; niet-vermelding van het adres van de rechterlijke instantie waaraan een betwisting van de schuldvordering kan worden gezonden of waarbij tegen het besluit kan worden opgekomen.
Art. 17 onder a) en art. 18 lid 1 onder b) EET-Verordening moeten aldus worden uitgelegd dat een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.