De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten
Einde inhoudsopgave
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/2.2.5:2.2.5 Tussenconclusie
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/2.2.5
2.2.5 Tussenconclusie
Documentgegevens:
Mr. dr. J.M. Meindertsma, datum 01-06-2020
- Datum
01-06-2020
- Auteur
Mr. dr. J.M. Meindertsma
- JCDI
JCDI:ADS209929:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Voordat het begrip problematische terugbetaalsituatie kan worden voorzien van een concrete invulling, moet de ‘opsteller’ van dit begrip twee keuzes maken.
Keuze I
Wordt aangesloten bij een kredietgevergerichte of een consumentgerichte benadering? In de kredietgevergerichte benadering wordt bezien of de terugbetaalsituatie problematisch is vanuit het oogpunt van de kredietgever. In de consumentgerichte benadering wordt nagegaan of de terugbetaalsituatie problematisch is vanuit het oogpunt van de consument.
Keuze II
Wordt aangesloten bij de ongewenste of onaanvaardbare terugbetaalsituatie? In het eerste geval is (al) sprake van een problematische terugbetaalsituatie als de betreffende kredietpartij wordt geacht niet-volledig tevreden te zijn met de terugbetaalsituatie. In het tweede geval is daarvan (pas) sprake als diegene wordt geacht daarmee volledig-niet tevreden te zijn.
In lijn met deze keuzes, moeten vervolgens drie vragen worden beantwoord. Pas daarna kan in een concreet geval worden bepaald of sprake is van een problematische terugbetaalsituatie.
Vraag I
Welke onderdelen van de betaalcapaciteit kunnen toelaatbaar worden opgeofferd voor de terugbetaling van het krediet?
Vraag II
Binnen welk tijdsbestek moet het kredietbedrag kunnen zijn terugbetaald?
Vraag III
In hoeverre is het aanvaardbaar dat de betaalcapaciteit (tussentijds) tekortschiet?
Kortom, er is in beginsel sprake van een problematische terugbetaalsituatie als de consument (i) te weinig betaalcapaciteit heeft om (ii) binnen een zekere periode te kunnen voldoen aan de terugbetaalplichten. Niettemin kan het tot op zekere hoogte aanvaardbaar zijn dat de consument (iii) tijdelijk ‘ontoelaatbare terugbetaaloffers’ moet maken. Het is aan de opsteller van dit begrip om deze drie punten – in lijn met de twee besproken keuzes – uit te werken.