Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1219
Medeplegen bewerken groot aantal hennepplanten, art. 3.B Opiumwet. Strafmotivering. Oplegging gevangenisstraf van langere duur dan reeds ondergane voorlopige hechtenis begrijpelijk? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/01749, 19/01755 P en 19/01902.
HR 10-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1762
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/02025
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1762, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1057, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2020
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/02025
Datum 10 november 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 april 2019, nummer 21-003592-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.