Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/146
146 Ervaringen met de ‘nieuwe’ proceskostenregels in de praktijk
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS581416:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Jackson 2009, p. 1; Asser Procesrecht/Giesen 1 2015/525.
Jackson 2015, p. 3; Jackson 2016, p. 3.
Jackson 2015, p. 2.
Jackson 2015, p. 3-4.
Jackson 2015, p. 4.
Cook 2016, p. 224; Jackson 2015, p. 8; Briggs 2015, p. 31.
Practice Direction 3E, par. 7.2.
Jackson 2015, p. 5; Cook 2016, p. 208.
Jackson 2015, p. 9-10.
Jackson 2015, p. 8.
Jackson 2015, p. 8.
Briggs 2015, p. 30-31; Jackson 2016, p. 3.
Andrews 2014, p. 3; Cook 2016, p. 208; Zuckerman 2009, p. 289.
Jackson 2016; Briggs 2015, p. 30-31.
Jackson 2016; Arnold 2013. Het verband tussen de stijging van het aantal zaken en het proceskostenregime wordt verondersteld.
Uit de cijfers die Jackson heeft opgevraagd met een Freedom of Information verzoek volgt dat er in 2011 116 multi track claims waren ingediend; in 2012 waren dat er 186, in 2013 226, in 2014 195 en in de eerste helft van 2015 133; Jackson 2016, p. 5.
Helmers, Lefouili & McDonagh 2015, p. 34. Active case management wordt tevens genoemd als belangrijkste oorzaak voor de stijging.
Helmer, Lefouili & McDonagh 2015, p. 34.
Helmers, Lefouili & McDonagh 2015, p. 35.
Uit het overzicht van Jackson volgt dat in 2011 geen small claims track claims zijn ingediend, in 2012 2, in 2013 61, in 2014 113 en in de eerste helft van 2015 50; Jackson 2016, p. 5.
Burrow 2015.
Jackson 2016, p. 6. Zie ook Zuckerman 2009, p. 289-296.
De Woolf en Jackson Reforms hebben het kostenlandschap in Engeland ingrijpend veranderd. De vraag rijst in hoeverre de wijzigingen in de CPR doel hebben getroffen.
Uit verschillende evaluaties volgde reeds dat procedures inderdaad sneller en efficiënter verlopen door actievere case management. Geschillen leiden sneller en vaker tot schikkingen.1Case management in combinatie met costs management zou, mits goed uitgevoerd, daadwerkelijk bijdragen aan de doelstelling om de kosten voor de toegang tot de rechter binnen proporties te houden.2 Volgens Jackson, die de evaluatie mede baseert op (schriftelijke) interviews met practitioners en rechters,3 is gebleken dat costs management als belangrijk voordeel heeft dat duidelijkheid en zekerheid bestaat over de (vergoedbare) kosten. Partijen – maar ook procesfinanciers – kunnen daardoor hun financiële positie beter bepalen. De informatie over de kosten blijkt daarnaast zeer nuttig te zijn in het kader van mediation, maar ook in het kader van een schikking.4 Schikkingen worden in een eerder stadium getroffen dankzij costs management. In procedures die niet worden geschikt, gaat van costs management een temperende werking uit. In de wetenschap dat de begroting kritisch zal worden bekeken door rechter en wederpartij, zouden advocaten geneigd zijn een bescheiden begroting te overleggen. Daarmee kan ook worden voorkomen dat de wederpartij met een excessieve begroting aan komt zetten.5 Het gevolg hiervan is, dat ook de proceskostenveroordeling over het algemeen lager uitvalt.
Er zijn ook nadelen verbonden aan case en costs management. Het opstellen, uitwisselen, inbrengen en actualiseren van begrotingen zou een tijdrovende en kostbare aangelegenheid zijn. Hetzelfde geldt voor de beoordeling, aanpassing en goedkeuring door de rechter.6 Slechts een zeer gering percentage van de kosten die gemoeid zijn met de costs management procedure kan worden verhaald op de wederpartij (tot 2% van het goedgekeurde bedrag).7 Advocaten hebben erop gewezen dat het in complexe zaken moeilijk kan zijn te voorspellen wat de kosten zullen zijn. Tot slot is gewezen op judicial inconsistency als gevolg van het feit dat rechters costs management op verschillende manieren benaderen. Zo zou de toepassing van de proportionaliteitstoets van rechter tot rechter verschillen.8 Volgens Jackson kunnen deze problemen goeddeels worden opgelost door rechters op te leiden en een standard form voor costs management orders te ontwikkelen.9 Ervaren advocaten moeten volgens Jackson ook in complexe zaken in staat zijn voorspellingen te doen over de kosten; voor zover dat niet mogelijk is kunnen herziening van de begroting of zogenaamde staged budgets een oplossing bieden.10 Meer algemeen meent Jackson dat de kosten verbonden aan costs management lager zullen worden naarmate daar meer ervaring mee wordt opgedaan. Voor het overige wegen de voordelen van duidelijkheid en zekerheid wat hem betreft ruimschoots op tegen de kosten van het begrotingsproces.11
Andere hervormingen, met name ook de afschaffing van de vergoeding van (winst) premies, blijken ook in belangrijke mate te hebben bijgedragen aan de realisering van de doelstelling, de kosten van de civiele procedure in Engeland tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.12 Maar de hervormingen zijn nog altijd work in progress. Vooral de doeltreffendheid van het proportionaliteitsvereiste staat ter discussie. Het zou een vage term zijn, en toepassing zou tot uiteenlopende, onvoorspelbare uitkomsten leiden.13 Illustratief in dit verband is de uitspraak in de zaak RIM v Visto, waarin RIM ruim 5 mln GBP had verspijkerd in een ‘not very heavy patent case’. De rechter oordeelde dat de kosten van RIM disproportioneel waren omdat de wederpartij ‘slechts’ 1 mln GBP aan kosten had gemaakt, maar gaf toe niet te kunnen bepalen waar de grens ligt.14
Als gevolg van de onzekerheden en de inconsistentie in de rechtspraak zou er een groeiende behoefte zijn aan uitbreiding van het fixed costs regime naar andere civiele procedures.15 In die context wordt gewezen op de goede ervaringen die zijn opgedaan met de vaste tarieven in IE-zaken. De introductie van fixed costs bij de IPEC wordt namelijk algemeen beschouwd als succesvol. Niet alleen zou het aantal aangebrachte zaken per jaar aanzienlijk zijn gestegen; ook zaken die voorheen niet zouden zijn aangebracht, zouden sinds de hervormingen wel worden aangebracht bij de IPEC.16,17 Systematisch onderzoek naar de impact (zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin) naar de doeltreffendheid van de hervormingen van de procedure bij de IPEC van medio 2015, bevestigt dat er een direct verband bestaat tussen de aanzienlijke stijging van het aantal bij de IPEC aangebrachte zaken en de introductie van de costs cap.18 De voorspelbaarheid van het kostenrisico evenals het feit dat de proceskostenveroordeling meestal niet boven 40.000 GBP uitkomt, worden genoemd als de belangrijkste voordelen van het proceskostenregime.19 Terwijl het aantal bij de IPEC aangebrachte zaken is gestegen, is in de onderzochte periode geen stijging van het aantal aangebrachte IE-zaken bij de High Court en het Patents High Court waargenomen. Daarnaast is geconstateerd dat zowel het aantal claimants als het aantal aangebrachte zaken per claimant is toegenomen. Het aantal door het MKB aangebrachte zaken is bovendien substantieel toegenomen, zodat in het onderzoek wordt geconcludeerd dat de voornaamste doelstelling van de hervormingen is bereikt. Op basis van een theoretisch model komen de auteurs ten slotte tot de conclusie dat ook het aantal buitengerechtelijke schikkingen is toegenomen sinds de hervormingen van de procedure bij de IPEC, zodat gesproken wordt van een substantial overall increase van het aantal IE-geschillen sinds 2010:
‘In other words, the IPEC reforms may have encouraged parties to enter into disputes with, and to seek redress from, potential IP infringers, where previously they would have not done so. The existence of a larger universe of disputes overall would explain why there is both an increase in filings at the IPEC and at the same time there is a greater share of disputes that settle pre-filing. In other words, the IPEC reforms might have had a substantial effect beyond the courtroom: the reforms appear to have fundamentally altered the IP dispute landscape, and in doing so they have increased the likelihood that IP holders will attempt to uphold their rights against potential infringers.’20
Overigens is ook een jaarlijkse stijging van het aantal small claims track procedures bij de IPEC geconstateerd, waarbij geen proceskostenveroordeling wordt uitgesproken.21 Uit (lopend) onderzoek van de University of Glasgow volgt dat niet alleen het aantal small claims tracks bij de IPEC jaarlijks toeneemt, maar ook het aantal first-time litigants, die met name over auteursrechtelijke geschillen zouden procederen.22
Wat Jackson betreft, wordt daarom zo snel mogelijk overgegaan tot uitbreiding van het fixed costs regime, om te beginnen naar alle fast track procedures en lower value procedures in de multi track. Met vaste tarieven voor de vergoeding van de advocaat kan effectief worden gewaarborgd dat zowel de kosten die men vergoed krijgt bij winst als de kosten waarin men bij verlies veroordeeld wordt daadwerkelijk proportioneel zijn tot de zaak. Bovendien, aldus nog steeds Jackson, zorgt het voor zekerheid en voorspelbaarheid, en dat is ‘something which most litigants desire and some litigants desperately need’.23