Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/96/EG tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 31-10-2003
- Bronpublicatie:
27-10-2003, PbEU 2003, L 283 (uitgifte: 31-10-2003, regelingnummer: 2003/96/EG)
- Inwerkingtreding
31-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-10-2003, PbEU 2003, L 283 (uitgifte: 31-10-2003, regelingnummer: 2003/96/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Naast de bepalingen van de voorgaande artikelen, met name de artikelen 5, 15 en 17, kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluiten dat een lidstaat uit specifieke beleidsoverwegingen wordt gemachtigd verdere vrijstellingen of verlagingen in te voeren.
Een lidstaat die een dergelijke maatregel wenst in te voeren, stelt de Commissie daarvan in kennis en verstrekt haar tevens alle relevante en benodigde gegevens.
De Commissie onderzoekt het verzoek met inachtneming van, onder andere, de goede werking van de interne markt, de noodzaak eerlijke mededinging te verzekeren en het communautair gezondheids-, milieu-, energie- en vervoersbeleid.
Binnen drie maanden nadat de Commissie alle relevante en benodigde gegevens heeft ontvangen dient zij een voorstel in voor een beschikking waarbij de Raad de lidstaat in kwestie tot het nemen van een dergelijke maatregel machtigt of deelt zij de Raad de redenen mee waarom zij een dergelijke beschikking niet heeft voorgesteld.
2.
De in lid 1 bedoelde machtigingen worden voor ten hoogste zes jaar verleend, met de mogelijkheid tot verlenging volgens de in lid 1 omschreven procedure.
3.
Indien de Commissie van oordeel is dat de in lid 1 bedoelde vrijstellingen of verlagingen niet langer aanvaardbaar zijn, met name uit het oogpunt van eerlijke mededinging, verstoring van de werking van de interne markt, of het communautaire gezondheids-, milieu-, energie- en vervoersbeleid, dient zij bij de Raad passende voorstellen in. De Raad besluit daarover met eenparigheid van stemmen.